Samenvatting
In zijn brief van 1 februari 2022 en in het Kamerdebat van 2 februari 2022 over box 3 heeft de staatssecretaris een toelichting gegeven over de wijze waarop het kabinet besluitvorming voorbereidt naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021. Het kabinet heeft besloten om te koersen op uiteindelijke besluitvorming over de gevolgen van het arrest van de Hoge Raad in het voorjaar. Zoals in zijn brief van 1 februari aangegeven heeft deze latere besluitvorming gevolgen voor deadlines in de uitvoering. De lopende processen bij de Belastingdienst, zoals de aangiftecampagne 2021 en voorlopige aanslagen 2022, gaan ondertussen door.
Daarmee ontstaan er dilemma’s over hoe er in deze lopende processen wordt omgegaan met het arrest van de Hoge Raad. In de te maken keuzes zal het kabinet het belang van de belastingplichtige vooropstellen en zo veel mogelijk inzetten op heldere communicatie en ondersteuning. Met deze brief informeert de staatssecretaris de Kamer over de gevolgen voor de aangiftecampagne 2021 en de voorlopige aanslagen 2022, en hoe de Belastingdienst hiermee omgaat.
Ondanks dat er nog geen duidelijkheid is over de heffing in box 3, worden alle burgers gevraagd wel op de gebruikelijke manier hun aangifte over belastingjaar 2021 te doen. Bij het vaststellen van de definitieve aanslag wordt rekening gehouden met het arrest van de Hoge Raad. De Belastingdienst houdt de aangiftes met box 3 apart tot de automatisering is aangepast aan de gevolgen van het arrest en een juiste aanslag kan worden opgelegd. Voor mensen met inkomen uit box 3-vermogen worden de definitieve aanslagen daarom waarschijnlijk later dan de gebruikelijke datum van 1 juli 2022 opgelegd. Het te betalen bedrag aan inkomstenbelasting box 3 zal gelijk of lager zijn dan het bedrag dat nu in de aangiften is berekend. Hierover worden burgers geïnformeerd, via brieven, de website van de Belastingdienst en in de online-aangifte 2021.