Direct naar content gaan

Samenvatting

Ter zake van een aan X (belanghebbende) terug te betalen bedrag van € 455 aan BPM heeft de Inspecteur bij beschikking met dagtekening 21 oktober 2013 op de voet van artikel 30ha AWR een bedrag van € 3 aan belastingrente vergoed. X heeft tegen die rentebeschikking bezwaar gemaakt.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het te vergoeden rentebedrag verhoogd naar € 10. Daarbij is hij uitgegaan van 3% enkelvoudige rente over het bedrag van € 455.

Rechtbank Noord-Holland heeft het tegen de uitspraak van de Inspecteur ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar van de Inspecteur vernietigd, en het rentebedrag op basis van 4% enkelvoudige rente vastgesteld op € 13,46.

Bij Hof Arnhem-Leeuwarden was onder meer in geschil of de Rechtbank bij de berekening van de rente een te laag rentepercentage heeft gehanteerd.

X heeft zich op het standpunt gesteld dat het Unierecht meebrengt dat de door de fiscus te betalen rentevergoeding ter zake van de terugbetaling van de in strijd met het Unierecht geheven BPM moet worden berekend naar het percentage dat hij zou moeten betalen wanneer hij voor de betaling van het belastingbedrag het geld had moeten lenen bij een commerciële bank.

Het Hof heeft deze grief verworpen omdat X – tegenover de betwisting door de Inspecteur – geen begin van een onderbouwing heeft gegeven van zijn stelling dat het rentepercentage waarvoor hij zou hebben moeten lenen ten minste 8 zou hebben bedragen.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dit gegrond. In het geval van een teruggaaf van in strijd met het Unierecht geheven BPM moet voor een rentevergoeding op basis van artikel 30hb AWR (tekst tot 1 juni 2020) steeds worden aangesloten bij de periodiek op de website van De Nederlandsche Bank gepubliceerde gegevens betreffende ‘Bancaire rente op consumptief krediet en overige leningen aan huishoudens’.

De Hoge Raad doet de zaak zelf af. Het bedrag aan belastingrente wordt vastgesteld op € 19.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2019
Instantie
HR
Datum instantie
3 februari 2023
Rolnummer
21/04803
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:132
Auteur(s)
mr. J.J. Vetter
Geradts & Vetter Advocaten
NLF-nummer
NLF 2023/0351
Aflevering
16 februari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5604
bwbr0002320&artikel=30ha,bwbr0002320&artikel=30ha&lid=1,bwbr0002320&artikel=30hb,bwbr0005537&artikel=8:75,bwbr0005537&artikel=8:75&lid=1,bwbr0002320&artikel=30ha,bwbr0005537&artikel=8:75

Naar de bovenkant van de pagina