Direct naar content gaan

Samenvatting

Een in 2006 overleden moeder heeft aandelen aan haar zoon gelegateerd. De verkrijgingsprijs van de aandelen was € 4.537.
De zoon heeft de aandelen in 2007 aan een door hem beheerste vennootschap verkocht. Het hierbij behaalde voordeel van € 1.083.558 (€ 1.088.095 - € 4.537) is door de inspecteur als aanmerkelijk belangwinst belast.
In 2012 heeft de zoon de aan de levering ten grondslag liggende koopovereenkomst door middel van een buitengerechtelijke verklaring vernietigd op grond van wederzijdse dwaling.
Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat de vernietiging van de koopovereenkomst met terugwerkende kracht niet eraan in de weg staat dat de zoon in 2007 een (in dat jaar te belasten) winst uit aanmerkelijk belang heeft genoten.
De vernietiging van de (ver)koopovereenkomst kan volgens het Hof pas in het jaar waarin de vernietiging plaatsvindt leiden tot een verlies uit aanmerkelijk belang.
Dit oordeel wordt in cassatie door de Hoge Raad bevestigd. Het cassatieberoep van de zoon wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2007
Instantie
HR
Datum instantie
21 november 2014
Rolnummer
13/05105
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:3323
bwbid=bwbr0&artikel=4.12,bwbid=bwbr0&artikel=4.46,bwbr0002226&artikel=53&lid=1,bwbr0011353&artikel=4.16&lid=1,bwbr0011353&artikel=4.46&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina