Samenvatting
In dit tweede deel van een tweeluik over de beperking van de verliesverrekening per 2022 gaan Arie de Groot en Bauco Suvaal* in op de samenloop hiervan met de via het overgangsrecht voor oude verliezen nog steeds geldende houdsterverliesregeling. De auteurs komen tot de conclusie dat wettekst en wetsgeschiedenis tot onduidelijkheid leiden in de situatie waarin – abstraherend van fiscale-eenheidsperikelen – sprake is van zowel houdsterverliezen als niet-houdsterverliezen. Dit achten zij onwenselijk voor belastingplichtigen en uitvoeringspraktijk. Voor het geval het schrappen van het overgangsrecht niet haalbaar mocht zijn, doen zij een voorstel voor een aanpassing van de wettekst.
NLF-W artikel
1. Inleiding
Zoals reeds besproken in het eerste deel van ons tweeluik, is bij nota van wijziging van het Belastingplan 2021, via het toevoegen van een tweede volzin aan artikel 20, lid 2, Wet VpB 1969, een beperking van de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting voorgesteld per 2022. Deze beperking komt kort gezegd neer op de invoering van een franchise van € 1 miljoen en een temporisering tot 50% van de (meer)winst. Daar staat tegenover dat de voorwaartse verliesverrekening niet langer in de tijd zal worden beperkt.
De nieuwe regeling is in 2020 al door de Tweede Kamer respectievelijk de Eerste Kamer aangenomen, doch de inwerkingtredingsdatum is vervolgens – als gevolg van het later gereedkomen van de (definitieve) uitvoeringstoets – pas bepaald bij het op 4 juni 2021 gepubliceerde Koninklijk Besluit van 21 mei 2021. De inwerkingtreding is, zoals beoogd, 1 januari 2022. De wijzigingen vinden voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2022, met dien verstande dat de wijzigingen met betrekking tot de voorwaartse verliesverrekening toepassing vinden met betrekking tot verliezen die zijn geleden in boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2013, voor zover deze verliezen worden verrekend met belastbare winsten (of Nederlandse inkomens) genoten in boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2022.