Direct naar content gaan

Samenvatting

Het gaat in deze cassatieprocedure in het belang der wet om de openbaarheid van civiele procedures en in het bijzonder om de vraag of de gerechten (in casu de voorzieningenrechter, Rechtbank Den Haag) verplicht zijn om aan anderen dan partijen informatie te verstrekken over civiele procedures die aanhangig zijn of zijn geweest.

Uit het arrest van de Hoge Raad (civiele kamer) volgt dat het antwoord op die vraag naar huidig recht vierledig is:

  1. het gerecht dient opgave te doen van de aanhangige procedures met uitzondering van de zaken waarvoor niet het uitgangspunt van openbaarheid van de zitting geldt, zoals zaken op het terrein van het personen- en familierecht en de behandeling van aanvragen tot faillietverklaring, tenzij zwaarwegende belangen als bedoeld in artikel 15, lid 3, Besluit orde van dienst gerechten (BODG) zich daartegen verzetten;
  2. indien (in casu) A partij is in een procedure waarin een openbare zitting is bepaald, dient het gerecht aan de derde informatie te verschaffen die de derde in de gelegenheid stelt de openbare zitting bij te wonen, tenzij zwaarwegende belangen als bedoeld in artikel 15, lid 3, BODG zich daartegen verzetten;
  3. indien in een procedure waarin A partij is of was, een of meer uitspraken zijn gedaan, dient het gerecht, binnen de grenzen van artikel 29 Rv., aan de derde afschrift(en) daarvan te verstrekken;
  4. het gerecht is niet gehouden aan de derde overige informatie te verschaffen, waaronder informatie over niet meer aanhangige procedures waarin A partij was.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek de griffier te gelasten afschriften te verstrekken van alle uitspraken waarbij A partij is, toegewezen en daartegen richt de vordering tot cassatie in belang der wet zich niet. De afwijzing van het verzoek de griffier te gelasten alsnog opgave te doen van alle procedures waarin A partij is, strookt niet met het bovenstaande. In zoverre slaagt het cassatieberoep.

Metadata

Rubriek(en)
Civiel recht
Belastingtijdvak
2012
Instantie
HR
Datum instantie
21 april 2023
Rolnummer
22/00394
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:658
Auteur(s)
mr. J.M. van der Vegt
Hof Den Bosch
NLF-nummer
NLF 2023/1211
Aflevering
1 juni 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5796
bwbr0001840&artikel=121,bwbr0002320&artikel=27c,bwbv0001000&artikel=6,bwbr0001840&artikel=121,bwbv0001000&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina