Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in de jaren 2007 en 2009 in loondienst werkzaamheden verricht op een motortankschip, respectievelijk binnenvaartschip, waarvan de eigenaren zijn gevestigd in Nederland.

X is gedurende de jaren 2007 en 2009 in dienst bij een te Luxemburg gevestigd werkgever.

X betoogt in deze procedure dat hij (gedurende periodes in) 2007 en 2009 niet in Nederland maar in Luxemburg verzekerd en premieplichtig is voor de volksverzekeringen.

Vast staat dat X in 2007 en 2009 in Nederland woonde en nog niet de leeftijd van 65 jaar had bereikt. Gelet hierop is X voor die jaren aan te merken als een Nederlandse ingezetene en is hij op grond van het nationale recht in beginsel van rechtswege in Nederland verzekerd en dus premieplichtig voor de volksverzekeringen.

Voor de periode 1 januari 2007 tot en met 9 augustus 2007 voldoet X aan de criteria om als Rijnvarende in de zin van het Rijnvarendenverdrag te worden aangemerkt. Hieruit volgt dat X binnen de werkingssfeer van het Rijnvarendenverdrag valt, en niet binnen die van Verordening 1408/71.

Aan de door Luxemburg afgegeven E101-verklaring komt voor X geen bindende werking toe. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat de E101-verklaring is verstrekt in het kader van het Rijnvarendenverdrag. Hij kan zich ook niet op de E101-verkaring beroepen op grond van het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel.

X is voor het jaar 2007 verplicht verzekerd en premieplichtig voor de Nederlandse volksverzekeringen, oordeelt Rechtbank Noord-Nederland.

Voor de in geschil zijnde periode van 24 juli 2009 tot en met 31 december 2009 is er geen Rijnvaartverklaring meer omdat deze is ingetrokken. X heeft aangevoerd dat hij als bemanningslid niet wist dat de Rijnvaartverklaring was ingetrokken, en dat hij erop mocht vertrouwen dat deze verklaring zijn geldigheid niet zou verliezen zonder dat hij daarvan op de hoogte zou zijn gesteld. Volgens de Rechtbank kan het aan X worden toegegeven dat het voor hem zeer wrang is dat er geen voorziening is getroffen voor situaties als deze, waarin de exploitant wel, maar de bemanning niet weet dat de Rijnvaartverklaring is ingetrokken. Het is echter niet de taak van de Rechtbank om in deze mogelijke leemte te voorzien.

Voor deze periode heeft de Inspecteur terecht gesteld dat Y (bv), gevestigd te Nederland, als exploitant van het schip moet worden aangemerkt, zodat op X ook voor deze periode de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving van toepassing is.

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Belastingtijdvak
2007 en 2009
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
8 maart 2018
Rolnummer
13/1378 en 13/1379
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2018:787
NLF-nummer
NLF 2018/1089
Aflevering
17 mei 2018

Naar de bovenkant van de pagina