Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft op 3 juli 2019 van haar vader een schenking gekregen bestaande uit certificaten van aandelen die 10% van het aandelenkapitaal vertegenwoordigen in Beheer (bv).

In de aangifte schenkbelasting is verzocht om toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR).

Beheer heeft binnen vijf jaar voor de schenking resp. op 23 mei 2016 en 24 december 2014 aandelen in twee dochtermaatschappijen bijgekocht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt het standpunt van de Inspecteur dat de BOR niet van toepassing is op het gedeelte waarmee Beheer haar gerechtigdheid heeft uitgebreid in beide dochtermaatschappijen, omdat niet aan de vijfjaarseis is voldaan.

Dat is niet in strijd met het arrest van de Hoge Raad van 29 mei 2020 (19/01680, ECLI:NL:HR:2020:867), omdat dat arrest gaat over de invulling van het begrip ondernemingsvermogen indien dat vermogen in de loop van vijf jaar vóór de schenking is vergroot, maar niet over een vergroting van de gerechtigdheid tot dat ondernemingsvermogen.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
25 oktober 2023
Rolnummer
22/5227
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:7420
Auteur(s)
mr. A.M.A. de Beer
Grant Thornton
NLF-nummer
NLF 2023/2619
Aflevering
23 november 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB6087
bwbr0002226&artikel=35d&lid=1,bwbr0002226&artikel=35d&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina