Direct naar content gaan

Samenvatting

Tijdens het commissiedebat doorstroomvennootschappen op 7 december 2022 heeft de staatssecretaris de Kamer toegezegd een brief te sturen over de aanbevelingen van de Commissie doorstroomvennootschappen. Met deze brief doet hij deze toezegging gestand.

Paragraaf 1 geeft de kabinetsreactie op elk van de vijftien aanbevelingen van de commissie. Paragraaf 2 beschrijft de verhouding tussen belastingverdragen en het richtlijnvoorstel tegen misbruik van lege entiteiten (het EU-richtlijnvoorstel ‘Unshell’). Paragraaf 3 gaat in op de status van verschillende onderzoeken naar aanleiding van het rapport van de Adviescommissie belastingheffing van multinationals. Paragraaf 4 bevat enkele opmerkingen over het toepassingsbereik van het wetsvoorstel ‘Implementatiewet Richtlijn openbaarmaking winstbelasting’ (country-by-country reporting). Tot slot gaat paragraaf 5 nader in op de in het commissiedebat gedane toezegging omtrent de doorgeleiding van de vragen over witwassen.

Het kabinet juicht toe dat de Europese Commissie in december 2021 het EU-richtlijnvoorstel heeft gepubliceerd om misbruik van doorstroomvennootschappen aan te pakken.

Met een internationale aanpak wordt het oneigenlijk gebruik van doorstroomvennootschappen op een integrale en uniforme wijze aangepakt. Het kabinet is van mening dat unilateraal vooruitlopen op de implementatie van de EU-richtlijn geen effectieve oplossing is. Unilaterale maatregelen die vooruitlopen op een richtlijn zouden dan een zeer korte termijn van toepassing zijn, vanwege de opvolgende wijziging als gevolg van een EU-richtlijn. Dat zou de rechtszekerheid niet ten goede komen en wisselend beleid is over het algemeen onnodig belastend voor de uitvoering. Daarom heeft het de voorkeur van het kabinet om allereerst onverkort in te zetten op een akkoord over de EU-richtlijn. Een dergelijk akkoord zorgt voor een gelijk speelveld in de EU op het gebied van de aanpak van ongewenste grensoverschrijdende doorstroomstructuren.

Het Zweedse voorzitterschap is voornemens de voortgang dan wel een akkoord over de richtlijn te agenderen voor de Ecofinraad op 16 mei 2023. Mochten de richtlijnonderhandelingen niet tot het gewenste resultaat leiden, dan kan het kabinet heroverwegen of nog unilaterale implementatie van een of meer van de aanbevelingen geboden is. Uiteraard zal het kabinet zich blijven inzetten om zo veel mogelijk van de aanbevelingen in de richtlijn op te nemen.

Hierbij is wel van belang om op te merken dat het een onderhandeling is met 27 lidstaten, en dat het dus niet in de lijn der verwachtingen ligt dat Nederland al zijn wensen ingewilligd zal krijgen. Verder is het voor Nederland, gegeven de belangen om ongewenste doorstroomstructuren zo spoedig mogelijk op EU-niveau te kunnen aanpakken, ook belangrijk dat er snel een akkoord kan worden bereikt. Deze positieve en proactieve inzet betekent ook dat naar verwachting compromissen nodig zijn en dat het kabinet gedurende de onderhandelingen de afweging zal maken over de snelheid van het onderhandelingsproces ten opzichte van het voet bij stuk houden om Nederlandse wensen ingewilligd te krijgen.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2023 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
8 februari 2023
Rolnummer
2023-0000016511
Auteur(s)
dr. L.C. van Hulten
Deloitte/Erasmus Universiteit
NLF-nummer
NLF 2023/0469
Judoregnummer
JCDI:NFB5633
bwbr0002672&artikel=8c,bwbr0002672&artikel=8c,bwbr0002672&artikel=13&lid=1,bwbr0002672&artikel=13&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina