Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een vof heeft in 1998 zogenoemde central processing units (hierna: de cpu's) gekocht van leveranciers gevestigd in België en Engeland en deze doorverkocht aan afnemers in Duitsland. De cpu's zijn door een transportbedrijf vanuit die lidstaten naar Nederland vervoerd naar het bedrijfsadres van de vof en daarna, veelal op dezelfde dag, door hetzelfde transportbedrijf verder vervoerd naar Duitsland en aldaar afgeleverd bij de afnemers van de vof.
De hierboven genoemde leveranciers hebben op de aan de vof gerichte facturen ter zake van de levering van de cpu's het Nederlandse BTW-identificatienummer van de vof vermeld. Zij hebben aan de vof geen omzetbelasting in rekening gebracht.
De vof heeft ter zake van de cpu's bedragen aan omzetbelasting in haar aangifte omzetbelasting als verschuldigd opgenomen wegens een intracommunautaire verwerving, en in dezelfde aangifte deze bedragen aan omzetbelasting in aftrek gebracht.
Ter zake van de door de vof verrichte leveringen van cpu's aan haar afnemers in Duitsland heeft de vof het nultarief toegepast. De afnemers hebben in Duitsland geen omzetbelasting voldaan ter zake van een intracommunautaire verwerving van de cpu's.
De inspecteur heeft zich op het standpunt gesteld dat de vof de omzetbelasting, welke als verschuldigd werd aangegeven ter zake van een intracommunautaire verwerving in Nederland, ten onrechte in aftrek heeft gebracht.
Het Hof gaf hem gelijk: aangezien de vof met gebruikmaking van haar Nederlandse BTW-identificatienummer op haar aangifte omzetbelasting intracommunautaire verwervingen heeft aangegeven, heeft zij de goederen in Nederland verworven op de voet van artikel 17b van de Wet op de omzetbelasting (hierna: Wet OB). Het gevolg daarvan is dat de vof ingevolge het bepaalde in de slotzin van artikel 15, lid 1, van de Wet OB voor de aldus in Nederland ter zake van die verwervingen verschuldigde omzetbelasting geen recht op aftrek heeft.
Dit oordeel wordt in cassatie door de Hoge Raad bevestigd. Het cassatieberoep van de vof wordt ongegrond verklaard.
Anders A-G Wattel.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1998
Instantie
HR
Datum instantie
22 april 2011
Rolnummer
42.307
ECLI
ECLI:NL:HR:2011:AY9450
ECLI:NL:PHR:2011:AY9450
17b&g=1998-01-01,bwbid=bwbr0&artikel=15

Naar de bovenkant van de pagina