Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) exploiteert een coffeeshop. Op 12 november 2007 is van de zakelijke rekening van de coffeeshop een bedrag van € 412.939 overgeboekt naar de derdenrekening van een notaris ten behoeve van de aflossing van een hypotheek op de in privé aangehouden woning van X.

De Inspecteur heeft naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek geconcludeerd dat het bedrag afkomstig is uit een achttal stortingen in 2007 van in totaal € 415.000 op de zakelijke rekening van de coffeeshop. Hij heeft in dit verband het belastbare inkomen uit werk en woning middels het opleggen van een navorderingsaanslag IB/PVV 2007 verhoogd met € 415.000.

Naar aanleiding van het bezwaar van X tegen de navorderingsaanslag is een boekenonderzoek gestart. De Inspecteur heeft bescheiden opgevraagd die X niet heeft verstrekt. Daarop is door de Inspecteur een informatiebeschikking genomen.

In hoger beroep was niet meer in geschil dat de informatiebeschikking terecht is genomen en dat deze onherroepelijk is vastgesteld. Gelet hierop is de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast van toepassing, aldus Hof Amsterdam. De Inspecteur heeft zich volgens het Hof op het standpunt kunnen stellen dat de contante stortingen afkomstig moeten zijn uit (een) niet in de aangifte verantwoorde bron(nen) van inkomen. Het is dan aan X om de onjuistheid van de uitspraak op bezwaar overtuigend aan te tonen. X is hierin volgens het Hof niet geslaagd. De Inspecteur is van een redelijke schatting uitgegaan door aan te sluiten bij de op de zakelijke bankrekening gestorte bedragen. In het kader van een redelijke schatting kon de Inspecteur het standpunt innemen dat de stortingen volledig afkomstig zijn uit door X in 2007 genoten extra inkomsten, en dat deze inkomsten moeten worden gekwalificeerd als resultaat uit overige werkzaamheden.

X heeft cassatieberoep ingesteld.

Het eerste cassatiemiddel van X impliceert dat hij de toepassing van de omkering en verzwaring van de bewijslast bestrijdt.

Dat een informatiebeschikking onherroepelijk is geworden, sluit volgens A-G Niessen niet uit dat X in rechte de vraag aan de orde kan stellen of dit leidt tot omkering en verzwaring van de bewijslast. In casu moet de bewijslast volgens de A-G echter (alsnog) worden omgekeerd en verzwaard omdat de vereiste aangifte niet is gedaan.

In geval van omkering van de bewijslast hoeft de Inspecteur volgens de A-G niet altijd de vermeende bron van inkomen te duiden, maar moet hij de aangebrachte correctie wel onderbouwen. Hij dient aannemelijk te maken dat de navorderingsaanslag berust op een redelijke schatting. Het is aan de feitenrechter om te beslissen of de Inspecteur voldoende gemotiveerd heeft gesteld dat de onverklaarbare vermogenstoename van X uit nog niet belaste inkomsten is verkregen. Het Hof heeft deze vraag met zijn oordeel bevestigend beantwoord. Dat acht de A-G juist.

Conclusie: het cassatieberoep is ongegrond.

Toetsing informatiebeschikking in aanslagfase

Met ingang van 1 juli 2011 is de regeling omtrent de informatiebeschikking in artikel 52a AWR opgenomen. Kort gezegd kan de Inspecteur een voor bezwaar vatbare beschikking nemen om vast te stellen dat een belastingplichtige niet heeft meegewerkt aan de op hem rustende informatie- of administratieverplichting. Wanneer het gaat om een onherroepelijke informatiebeschikking stelt artikel 25, lid 3, AWR dat sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast. Het is dan aan de belastingplichtige om aan te tonen dat de door de Inspecteur opgelegde aanslag onjuist is.

Het idee achter de informatiebeschikking is dat de belastingplichtige bezwaar en beroep kan instellen tegen een informatieverzoek van de Inspecteur. Voor de invoering van de informatiebeschikking leidde het niet voldoen aan een genoemde meewerkverplichting in principe direct tot omkering en verzwaring van de bewijslast in de procedure over de aanslag. Om het risico op deze verzwaarde bewijslast te voorkomen werkten veel belastingplichtigen uiteindelijk gewoon mee aan de verzoeken van de Inspecteur. Met de informatiebeschikking kan de belastingplichtige voorafgaand aan het opleggen van de belastingaanslag duidelijkheid krijgen over zijn bewijspositie.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2007
Instantie
A-G
Datum instantie
26 april 2018
Rolnummer
17/03633
ECLI
ECLI:NL:PHR:2018:468
Auteur(s)
mr. T.H.A. Noë
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF 2018/1263
Aflevering
14 juni 2018
Judoregnummer
JCDI:NFB1568
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina