Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

  • X verkrijgt van Y 100% van de aandelen in een besloten vennootschap (hierna: bv).
  • Y is ondernemer voor de omzetbelasting. Het staat niet vast of de aandeelhouder van Y de aandelen in de hoedanigheid van ondernemer voor de omzetbelasting overdraagt.
  • Bv is een onroerendezaakrechtspersoon (hierna: OZR) als bedoeld in artikel 4, lid 1, onderdeel a, Wet BRV.
  • De aandelen in bv kwalificeren als fictieve onroerende zaken waardoor bij verkrijging van alle aandelen in bv zich een belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting voordoet.
  • Bv bezit een (woon)appartementencomplex. Het gebruik betreft btw-vrijgestelde verhuur van woningen. Aan bv komt in het geheel geen aftrek van inkoop-btw toe voor zover die btw ziet op ingekochte prestaties ten behoeve van de verhuur van woningen.
  • X verkrijgt de aandelen in bv later dan zes maanden na eerste ingebruikneming van het (woon)appartementencomplex, maar wel binnen twee jaar na de eerste ingebruikneming daarvan in de zin van artikel 11, lid 1, onderdeel a, onder 1°, Wet OB 1968.
  • X doet bij verkrijging van de aandelen in bv een beroep op de samenloopvrijstelling van artikel 15, lid 1, onderdeel a, Wet BRV en past daarbij de zogenoemde doorkijkbenadering toe.
Vraag

Is de samenloopvrijstelling van artikel 15, lid 1, onderdeel a, Wet BRV in de beschreven situatie van toepassing?

Antwoord

Nee. De samenloopvrijstelling is niet van toepassing, omdat sprake is van een gebruikt bedrijfsmiddel en geen sprake is van cumulatie van omzetbelasting en overdrachtsbelasting.

Metadata

Rubriek(en)
Belastingen van rechtsverkeer
Instantie
Belastingdienst
Rolnummer
KG:052:2022:7
Datum instantie
30 september 2022
NLF-nummer
NLF 2022/2635
Auteur(s)
mr. dr. Y.E. Gassler
Universiteit Leiden

Naar de bovenkant van de pagina