Direct naar content gaan

Politieke column

Ambtenaren van het ministerie van Financiën vechten elkaar momenteel binnenskamers de tent uit over de hoogte van de belastingrente. Trouwe lezers wisten al dat de belastingrente voor de vennootschaps- en bronbelasting – de tijdelijke solidariteitsbijdrage wordt daaraan toegevoegd – per 1 maart jl. eigenlijk naar 10,5% had gemoeten (NLF-P 2023/5). Het kabinet houdt de te betalen rente voorlopig echter op 8%.

De door de Belastingdienst te vergoeden rente moet trouwens wel naar 10,5%, omdat richting belastingplichtige niet nadelig kan worden afgeweken van het Besluit belasting- en invorderingsrente. Dit laatste moet via een houtje-touwtje-oplossing worden geregeld, omdat het systeemtechnisch allemaal weer niet kan. Je krijgt dus eerst 8% vergoed, en daarna ontvang je nog een aparte nabetaling van 2,5%. Even de azijnzeiker spelen: over die later te ontvangen 2,5% moet ook rente worden vergoed, dus lijkt mij een hoger percentage passender.

Enfin, het is allemaal een zeer moeizaam ambtelijk compromis. Wie logisch nadenkt, gruwelt van een belastingrente van 8%, waarbij 10,5% natuurlijk echt bizar is. Toch lopen de haasjes in Den Haag anders.

Enerzijds wedijveren de fiscale ambtenaren op voorspraak van belastingstaatssecretaris Van Rij voor een (al dan niet structurele) verlaging van de belastingrente. Vanuit de begrotings- en inspectiehoek wordt daarentegen gestreden om strikte uitvoering van het Besluit belasting- en invorderingsrente. Deze ambtenaren van het directoraat-generaal Rijksbegroting zijn mordicus tegen het afzien van de verhoging, laat staan dat een verlaging van de belastingrente wordt doorgevoerd. Bezuinigen op de Belastingdienst lijkt geen optie, waardoor de rekening elders wordt gelegd, hetgeen in de begrotingswereld een pijnlijk precedent is. Andere departementen kunnen deze kaart ook gaan spelen richting de begrotingsinspecteurs van Financiën, en daarvan krijgen ze nu al buikpijn.

De financiële afdeling van het departement (FEZ) heeft de strijdbijl tussen de fiscale duiven en de begrotingshaviken voorlopig weten te begraven. Zij stelden voor de te betalen belastingrente op 8% te houden en het ‘probleem’ naar de voorjaarsbesluitvorming te dirigeren (de fiscale ambtenaren wilden het definitieve besluit doorschuiven naar het lopende onderzoek naar de belastingrente). Uiteindelijk is de minister de baas, en niet de staatssecretaris. Minister Kaag van Financiën heeft het FEZ-voorstel omarmd.

Belastingstaatssecretaris Van Rij vindt de 8% belastingrente wel ‘erg hoog’, zo schrijft hij op een ambtelijke notitie. Daarmee verwoordt hij duidelijk het gevoel van zowat heel fiscaal Nederland. Hoewel hij de belastingbaas van het land is, kan hij dit percentage toch niet zomaar aanpassen. Daarvoor had hij eerder bij de les moeten zijn.

Fiscalist Van Rij was als interim-partijvoorzitter nauw betrokken bij de formatie en de totstandkoming van het coalitieakkoord. Nu kan ik me voorstellen dat in die tijd de belastingrente niet door zijn hoofd spookte, maar dat was wel het moment geweest om bij de vaststelling van de begrotingsspelregels de belastingrente in de Financiënbegroting anders te etiketteren of in elk geval los te zetten van andere uitgaven. Op dat soort bijzinnetjes slaat niemand aan, maar ze blijken later de sleutel om, zoals in dit geval, de belastingrente op een normaal niveau vast te kunnen zetten.

Tijdens de voorjaarsbesluitvorming liggen er inmiddels alweer wat tegenvallers op tafel. Hoewel het aan de lastenkant zit en dus losstaat van de belastingrente, springt de inframarginale elektriciteitsheffing in het oog. Deze afroombelasting zou eerst € 1,8 miljard moeten opleveren, maar dat is plots neerwaarts bijgesteld naar ‘slechts’ € 100 à 200 miljoen. Is dat erg? Het terloopse briefje doet vermoeden van niet. Ziedaar het verschil met de coûte que coûte te realiseren ontvangst belastingrente.

Uiterlijk op 1 juni verschijnt de Voorjaarsnota, met daarbij ook witte rook over de belastingrente. Doorschuiven van het huidige ambtelijke compromis lijkt mij de meest kansrijke uitkomst.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Wetsartikelen
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist
NLF-nummer
NLF-P 2023/8
Publicatiedatum
6 maart 2023
bwbr0002320&artikel=30f

Naar de bovenkant van de pagina