Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in 2016 voor een bedrag van € 1.019.566,50 geïnvesteerd in zonnepanelen, die zijn geplaatst op woningen die verhuurd worden. De zonnepanelen zijn niet-geïntegreerde zonnepanelen en dus bevestigd boven op de bestaande dakbedekkingen. X heeft geen extra bedrag aan huur en/of servicekosten in rekening gebracht aan haar huurders in verband met de plaatsing van de zonnepanelen.

In de aangifte vennootschapsbelasting 2016 zijn de investeringen in zonnepanelen geactiveerd als onderdeel van de fiscale boekwaarde van de huurwoningen waarop de zonnepanelen zijn bevestigd.

In bezwaar (ongegrond) en beroep stelt X dat de zonnepanelen als separaat bedrijfsmiddel moeten worden aangemerkt waardoor zij afzonderlijk afgeschreven kunnen worden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant geeft X geen gelijk. De zonnepanelen zijn onderdeel van het gebouw waarop ze zijn gelegd zoals bedoeld in artikel 3.30a, lid 2, Wet IB 2001. De Rechtbank verwerpt ook het standpunt van X dat de werktuigenvrijstelling van toepassing is.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
24 april 2023
Rolnummer
21/3945
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:2769
Auteur(s)
mr. A. Groen
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2023/1419
Aflevering
29 juni 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5838
bwbr0002672&artikel=8&lid=1,bwbr0002672&artikel=8&lid=1,bwbr0011353&artikel=3.30,bwbr0011353&artikel=3.30,bwbr0011353&artikel=3.30a,bwbr0011353&artikel=3.30a

Naar de bovenkant van de pagina