Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Politieke column

Minister Kaag van Financiën meldt een belastingtegenvaller van ruim € 4 miljard. Deze dip is in twee maanden tijd opeens opgetreden. Minder economische groei, tegenvallende omzetten en huishoudens die de hand op de toch al krappe knip houden. In september zag Financiën deze budgettaire wolk nog niet, in november wel. Moeten we hier nu nerveus van worden? Het lijkt van niet. Het bericht leidt in politiek Den Haag ook hoogstens tot een gefronste wenkbrauw, meer niet.

Toch is het merkwaardig dat het ene bedrag een totaal andere waardering ontvangt dan het andere. Want op Prinsjesdag roeptoeterde het kabinet nog trots over een koopkrachtreparatie van ruim € 2 miljard. Tijdens de zogeheten augustusbesluitvorming waren urenlange vergaderingen nodig geweest. Man, man, wat was het ingewikkeld. Het was enkele kabinetsleden warempel gelukt om belastingverlagingen overeen te komen. Die € 2 miljard heb ik meer dan vaak voorbij horen komen.

In het Belastingpakket 2024 – dat momenteel in de Eerste Kamer voorligt – zijn deze maatregelen trots neergepend. Heel erg leuk, maar dus ook heel erg dubbel. Niemand maalt immers om de twee keer hogere belastingverlaging die er nu overheen komt. Waarom staat die € 2 miljard op het podium en die € 4 miljard in de darkroom? Het antwoord: gekke Haagse begrotingsregeltjes.

De hoogste tijd dat daar eens goed het mes ingaat, zodat het belastingdebat weer democratisch elan krijgt. De centjes zijn immers veel te vaak de reden dat democratische beginselen er even niet toe doen, hoewel er ook andere redenen zijn voor dwalingen. Mooi voorbeeld van het afgelopen jaar is de belasting zonder wet (NLF-P 2023/4). Nee hoor, niet voorgesteld door de PVV. Het was het huidige kabinet dat zich in Brussel gedwee heeft opgesteld (lees: onze grondwet op belastinggebied heeft verkwanseld) en daardoor een belasting voor energiebedrijven in de mik geschoven kreeg.

Deze belasting was tijdelijk en liep van 1 december 2022 tot en met 30 juni 2023. De belasting bestaat dus op dit moment al niet meer. Het wetsvoorstel voor deze ‘tijdelijke inframarginale elektriciteitsheffing’ ligt echter pas sinds afgelopen oktober ter behandeling in de Tweede Kamer. Nog een keer: afgelopen oktober! Voor een belasting die in juni al finito is. Achteraf via een ordinaire witwasoperatie een wet indienen voor een geheel nieuwe belasting heeft natuurlijk helemaal niets met legaliteit te maken.

Enfin, die belasting zonder wet moest maar liefst € 1,8 miljard opleveren, zo werd het eind vorig jaar in de etalage gezet. Likkebaardend stond het kabinet erbij. Omdat de energieprijzen sneller daalden dan verwacht, is die oorspronkelijke opbrengst vervlogen. En niet zo’n beetje, maar een beetje veel.

De rekenmeesters mikken nu op een opbrengst van slechts € 179 miljoen. Dat is ruim 90% lager. Iemand hier iets over gezien? Mij lijkt van niet, want het was natuurlijk weer pikdonker. Je vraagt je wel meteen af waarom die wijziging van box 3 ook alweer budgettair neutraal moest zijn. Tsja, het ene bedrag is het andere niet hè.

De nieuwgekozen Tweede Kamer wordt aanstaande woensdag 6 december geïnstalleerd. Gelukkig zijn voorafgaand daaraan de grondwet en de rechtsstaat al tot hoogste prioriteiten bestempeld. De formatie danst inmiddels ook opzichtig – of moeten we ‘omzichtig’ zeggen? – om deze twee totempalen heen. Wie zich hartstochtelijk bekommert over de grondwet en de rechtsstaat verplicht zich natuurlijk wel een belasting zonder wet een enkele reis naar niemandsland te geven. Graag vergezeld van een duidelijke stemverklaring in het parlement: vanaf nu nemen wij in Nederland onze grondwet wel serieus. 

Zowel de Eerste Kamer als de nieuwe Tweede Kamer hebben een belangrijke opdracht bij het Belastingpakket 2024 respectievelijk de belasting zonder wet: doe de lamp eens aan.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Publicatiedatum
5 december 2023
NLF-nummer
NLF-P 2023/44
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Spanjers

Naar de bovenkant van de pagina