Direct naar content gaan

Samenvatting

Colocatiediensten zijn diensten waarbij de klant een eigen server in een serverkast van de hostingprovider plaatst, en zo kan profiteren van een betrouwbare netwerkverbinding en stroomtoevoer. In ruil voor die kastruimte, netwerkverbinding, stroomverbruik en eventuele andere faciliteiten, wordt een bepaald abonnementstarief betaald.

De vennootschap naar Fins recht A Oy verricht met name colocatiediensten ten behoeve van in Finland en in andere lidstaten gevestigde actoren op IT-gebied die met servers die hun eigendom zijn telecommunicatieverbindingen ter beschikking stellen van hun eigen klanten. De servers worden geplaatst in ruimten die zijn uitgerust met de noodzakelijke telecommunicatieverbindingen en waar de vochtigheid en de temperatuur nauwkeurig worden geregeld voor het gebruik van deze servers in een gekoelde omgeving.

De door A Oy aangeboden colocatiediensten omvatten de terbeschikkingstelling van een serverkast met een vergrendelbare deur, stroomtoevoer en diensten die een zo optimaal mogelijke operationele omgeving voor het gebruik van de servers moeten verzekeren. Verder zorgt A Oy voor de algemene schoonmaak en de vervanging van de lampen.

De serverkasten bevinden zich in een door A Oy gehuurd gebouw waar zij met bouten aan de vloer zijn vastgezet. De gebruikers plaatsen vervolgens hun uitrusting in de serverkasten; die uitrusting wordt in de serverkasten vastgeschroefd en kan in enkele minuten worden verwijderd.

De klanten krijgen geen eigen sleutel van de serverkast waarin ze hun server hebben geplaatst, maar kunnen op vertoon van een identiteitsbewijs een sleutel ontvangen bij de 24-uurs-conciërgedienst. A Oy heeft geen recht op toegang tot de serverkasten van de klanten.

De Korkein hallinto-oikeus (hoogste bestuursrechter, Finland) heeft aan het HvJ gevraagd of er sprake is van vrijgestelde verhuur van onroerende zaken (artikel 135, lid 1, onder l, Btw-richtlijn).

Het HvJ verklaart het volgende voor recht:

Artikel 135, lid 1, onder l, Btw-richtlijn moet aldus worden uitgelegd dat colocatiediensten waarbij de verrichter van die diensten zijn klanten serverkasten ter beschikking stelt voor de installatie van hun servers, en hun bijkomende goederen en diensten aanbiedt, geen vrijgestelde diensten van verhuur van onroerende goederen vormen, aangezien – hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan – ten eerste deze dienstverrichter zijn klanten niet op passieve wijze een oppervlakte of ruimte ter beschikking stelt en hun niet het recht waarborgt om die te gebruiken als waren zij de eigenaar ervan, en ten tweede de serverkasten geen integrerend deel uitmaken van het gebouw waarin zij zijn opgesteld en er evenmin blijvend zijn geïnstalleerd.

Verder verklaart het HvJ voor recht dat de colocatiediensten van A Oy geen diensten met betrekking tot onroerende goederen vormen wanneer die klanten niet beschikken over een uitsluitend gebruiksrecht op het deel van het gebouw waarin de serverkasten zijn geïnstalleerd, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.

Als je de feiten langs de lat van de relevante regelgeving en jurisprudentie legt, kun je moeilijk anders concluderen dan dat de terbeschikkingstelling van de serverkasten (inclusief bijkomende, daarin opgaande prestaties) inderdaad niet als verhuur van ‘onroerende goederen’ kwalificeert. De serverkasten zijn geen onroerende goederen.

Diensten met betrekking tot onroerende goederen

Toch meen ik dat best kan worden geargumenteerd dat sprake is van ‘diensten met betrekking tot onroerende goederen’ in de zin van artikel 47 Btw-richtlijn en artikel 31bis van de Btw-uitvoeringsverordening (artikel 6b Wet OB 1968). Op grond van artikel 31 bis, lid 2, onderdeel h, Btw-uitvoeringsverordening valt ‘de opslag van goederen ten behoeve waarvan een specifiek gedeelte van het goed wordt bestemd voor exclusief gebruik door de afnemer’ onder diensten met betrekking tot onroerend goed.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
27 februari 2017 t/m 31 december 2018
Instantie
HvJ
Datum instantie
2 juli 2020
Rolnummer
C-215/19
ECLI
ECLI:EU:C:2020:518
NLF-nummer
NLF 2020/1574
Aflevering
16 juli 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3565
bwbr0002629&artikel=6b,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,celex32006l0112&artikel=135,celex32006l0112&artikel=135

Naar de bovenkant van de pagina