Direct naar content gaan

Samenvatting

Een stichting met als statutaire doelstelling de verzorging van oude paarden, heeft bij de verkrijging van gras- en bouwland om vrijstelling van overdrachtsbelasting verzocht op grond van artikel 15, lid 1 sub q van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (BRV) omdat de verkrijging strekt tot verbetering van de landbouwstructuur. De verworven percelen worden aangewend zowel om de oude paarden te laten grazen als voor de productie van gras, maĆÆs en hooi, alsmede voor de verhuur aan derden die de gronden gebruiken in hun landbouwbedrijven.
Volgens de Rechtbank heeft de inspecteur de vrijstelling terecht niet toegekend. In hoger beroep is uitsluitend nog in geschil of is voldaan aan het vereiste in artikel 6a, eerste lid, onderdeel b, van het Uitvoeringsbesluit BRV zoals deze bepaling in 2004 luidde: de verkrijger moet de verkregen landerijen bedrijfsmatig exploiteren.
Het Hof komt tot de conclusie dat aan dit vereiste is voldaan. Het oordeelt dat de stichting een agrarische onderneming exploiteert omdat zij haar activiteiten verricht met gebruikmaking van een daartoe in het leven geroepen organisatie van kapitaal en arbeid van in beginsel permanente duur en van voldoende omvang en samenhang om te kunnen gelden als bedrijfsmatige exploitatie van de verworven gronden. Het Hof acht geen sprake van activiteiten met een hobbymatig karakter. De landbouwstructuurvrijstelling is derhalve van toepassing op de verkrijging van het gras- en bouwland, aldus het Hof.
Tegen dit oordeel heeft de Staatssecretaris cassatieberoep ingesteld met het betoog dat bedrijfsmatige exploitatie een winstoogmerk veronderstelt en dat dat oogmerk bij de stichting ontbreekt. De Hoge Raad stelt de Staatssecretaris in het gelijk. Het Hof is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting. Er is geen sprake van bedrijfsmatige exploitatie voor zover de stichting de gronden zelf gebruikt. Voor zover het de verhuurde gronden betreft, kan de vrijstelling wel worden toegepast, aldus de Hoge Raad. De zaak is verwezen.

Metadata

Rubriek(en)
Belastingen van rechtsverkeer
Belastingtijdvak
2004
Instantie
HR
Datum instantie
4 maart 2011
Rolnummer
09.04554
ECLI
ECLI:NL:HR:2011:BP6283
bwbid=bwbr0&artikel=15,bwbid=bwbr0&artikel=6a,bwbr0002740&artikel=15&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina