Direct naar content gaan

Samenvatting

X heeft ex artikel 8:15 Awb verzoeken gedaan tot wraking van de raadsheren R.J. Koopman, P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout. Aan het wrakingsverzoek is ten grondslag gelegd dat de drie raadsheren niet geacht kunnen worden onpartijdig te zijn, nu ze systematisch nalaten ervoor te zorgen dat belastingplichtigen zonder voldoende financiële middelen op dezelfde voet als de Belastingdienst toegang hebben tot de rechter. In dat verband heeft zij ook bezwaren naar voren gebracht over de rol van de griffier. Voorts heeft X aangevoerd dat het in haar zaken bij de belastingkamer van de Hoge Raad steeds dezelfde drie leden van de Hoge Raad zijn die, volgens haar met een vast patroon, haar zaken niet-ontvankelijk verklaren, al dan niet met toepassing van artikel 80a Wet RO. Het wrakingsverzoek wordt echter afgewezen.

Voor zover het verwijt van X met betrekking tot de verschuldigdheid van het griffierecht de gewraakte raadsheren betreft, heeft zij dit verwijt niet onderbouwd. Bovendien heeft haar verwijt geen betrekking op de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de gewraakte raadsheren. De enkele omstandigheid dat een bepaald soort zaken wordt beoordeeld en beslist door een vaste combinatie van raadsheren rechtvaardigt bovendien niet de daaruit door X getrokken conclusie dat de betrokken raadsheren (ten aanzien van haar) vooringenomen zijn. Ten slotte is het niet mogelijk om de griffier te wraken, aldus de Hoge Raad.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2020
Instantie
HR
Datum instantie
20 november 2020
Rolnummer
20/00518; 20/00519
ECLI
ECLI:NL:HR:2020:1861
Auteur(s)
mr. drs. M.T.M. Hennevelt
Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2020/2611
Aflevering
3 december 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3855
bwbr0005537&artikel=8:15,bwbr0005537&artikel=8:15

Naar de bovenkant van de pagina