Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) en zijn echtgenote exploiteren samen met hun zoon in maatschapsverband een melkveehouderij. Aan de maatschap is in 2011 een subsidie van € 473.450 toegekend in verband met de functiewijziging van een stuk landbouwgrond naar natuurgrond. Het betreft een subsidie geregeld in de subsidieregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap (hierna: SKNL).

X bepleit in deze procedure een afwaardering van de gronden, die hij tot zijn buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen rekent, naar lagere bedrijfswaarde in verband met het vestigen van een kwalitatieve verplichting (omzetting van landbouwgrond in natuurterrein).

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de subsidie functieverandering wordt verstrekt ter compensatie van de waardedaling van (landbouw)grond door het blijvend omzetten van landbouwgrond in natuurterrein. Dit betekent dat de door X ontvangen subsidie dient te worden aangemerkt als een vergoeding voor de waardedaling van de gronden en onlosmakelijk is verbonden met de gronden, zodat bij de berekening van de winst rekening dient te worden gehouden met deze subsidie. Enerzijds kan de waardevermindering van de gronden worden afgeboekt op de boekwaarde van de gronden, maar anderzijds dient de daartegenover staande vergoeding (de subsidie) gelijktijdig te worden beschouwd als een realisatie van dezelfde boekwaarde.

Gelet op het voorgaande heeft de Inspecteur bij het opleggen van de aanslag terecht de geclaimde afwaardering gecorrigeerd. Het beroep van X op het vertrouwensbeginsel slaagt niet.

Bruto- of nettovrijstelling?

In deze procedure is vooral in geschil het antwoord op de vraag of de belastingplichtige ter zake van de ontvangen subsidie Kwaliteitsimpuls natuur en landschap (hierna: SKNL) een brutovrijstelling geniet door toepassing van artikel 3.13, lid 1, onderdeel g, Wet IB 2001 jo. artikel 6, lid 1, onderdeel g, Uitv.besl. IB 2001, dan wel een nettovrijstelling.

Het primaire standpunt van belanghebbende is dat de subsidie objectief is vrijgesteld op grond van artikel 3.13, lid 1, onderdeel g, Wet IB 2001 jo. artikel 6, lid 1, onderdeel g, Uitv.besl. IB 2001 en dat voor toepassing van de vrijstelling geen saldering van de subsidie hoeft plaats te vinden met (de kosten die samenhangen met) de afwaardering van de gronden. Een ‘brutovrijstelling’ derhalve.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2012
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
12 maart 2019
Rolnummer
18/00225
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:2186
Auteur(s)
mr. W.J.H. Antonisse
MTH accountants en adviseurs
NLF-nummer
NLF 2019/0891
Aflevering
18 april 2019
Judoregnummer
JCDI:NFB2412
bwbr0011353&artikel=3.13&lid=1,bwbr0011353&artikel=3.13&lid=1,bwbr0012066&artikel=6,bwbr0012066&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina