Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een BV, die in vastgoed belegt, heeft begin 2004 een herinvesteringsreserve (HIR) ter grootte van 9.256.644 euro. In dat jaar worden de aandelen van die BV overgedragen. De leveringsakte is van 9 september 2004.
Ter vermijding van de toepassing van artikel 15e (thans: artikel 12a) Wet Vpb sluit de BV nog dezelfde dag bij dezelfde notaris obligatoire overeenkomsten ter zake van de aankoop van een reeks onroerende zaken en wel deels vlak voor de levering van de aandelen en deels vlak erna.
Het gaat hier om zaken waarvan het belang reeds vóór de hier beschreven transacties bij de koper van de aandelen berustte. De BV boekt de HIR af op die onroerende zaken.
Daarmee gaat Hof Amsterdam niet akkoord.
Het vastgoed kan pas geactiveerd worden en er kan dus pas op worden afgeschreven als de volle economisch eigendom op de koper is overgegaan en dat blijkt niet uit de obligatoire overeenkomsten.
De Hoge Raad is het hier echter niet mee eens:
'In een geval van koop van een bedrijfsmiddel laat goed koopmansgebruik toe dat de aanschaffingskosten op de fiscale balans worden geactiveerd vanaf het tijdstip waarop ter zake van de verwerving van dit bedrijfsmiddel verplichtingen zijn aangegaan.
Deze regel strookt met het bepaalde in artikel 3.35 van de Wet IB 2001 betreffende de aanvang van de willekeurige afschrijving.
Dit een en ander leidt tot de conclusie dat de onderhavige herinvesteringsreserve reeds bij gelegenheid van de totstandkoming van de koopovereenkomsten mocht worden afgeboekt op de waarde van de onroerende zaken waarin is geherinvesteerd.'
De zaak is verwezen naar Hof Den Haag omdat Hof Amsterdam de door de inspecteur aangevoerde subsidiaire stelling dat sprake is van fraus legis buiten behandeling heeft gelaten.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2004
Instantie
HR
Datum instantie
23 mei 2014
Rolnummer
13/01647
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:1188
entry not found in index

Naar de bovenkant van de pagina