Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(31)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een man is in 2004 geëmigreerd naar België. Hij heeft daar een kasteel gekocht waarin hij is gaan wonen. Het kasteel is in België als beschermd monument geregistreerd. De man is ook na zijn emigratie in Nederland blijven werken. Hij heeft uitgaven met betrekking tot het Belgische kasteel gedaan. Die uitgaven wil hij in aftrek brengen voor de berekening van zijn aanslag in de Nederlandse inkomstenbelasting. De inspecteur heeft die aftrek niet toegestaan omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat het kasteel is ingeschreven in een Nederlands monumentenregister. Voor inschrijving geldt als voorwaarde dat het monument in Nederland is gelegen.
Voor het Hof was in geschil of de inspecteur de aftrek terecht heeft geweigerd. Het ging daarbij om de vraag of de inspecteur daarmee het recht van de Europese Unie (hierna: de EU) heeft geschonden. Hof Den Bosch heeft deze vraag bevestigend beantwoord. De staatssecretaris van Financiën heeft tegen de uitspraak van het Hof cassatieberoep ingesteld.
De Hoge Raad twijfelt over het antwoord op de vraag of weigering van de aftrek in het onderhavige geval in overeenstemming is met het recht van de EU, in het bijzonder met de vrijheid van vestiging of het vrije kapitaalverkeer. In verband daarmee heeft de Hoge Raad prejudiciële vragen voorgelegd aan het Hof van Justitie. De vragen hebben specifiek betrekking op een monument in een andere lidstaat dat in Nederland niet is geregistreerd als beschermd monument, maar in die andere lidstaat wel. Volgens de Hoge Raad geeft de rechtspraak van het Hof van Justitie hierop nog geen duidelijk antwoord. De zaak wordt aangehouden.
Enigszins anders A-G Niessen. De A-G heeft uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie afgeleid dat cultuurbehoud in casu een rechtvaardigingsgrond is voor de belemmering, temeer omdat in dit geval geen sprake is van discriminatie naar nationaliteit of woonplaats. A-G Niessen had daarom geadviseerd tot gegrondverklaring van het cassatieberoep.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2004
Instantie
HR
Datum instantie
30 november 1999
Rolnummer
11/03763
ECLI
ECLI:NL:HR:2012:BW8359
ECLI:NL:PHR:2012:BW8359
bwbid=bwbr0&artikel=6.31

Naar de bovenkant van de pagina