Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De onderhavige zaak gaat over X (belanghebbende), die gepensioneerd is en samen met zijn echtgenote in Frankrijk woont. In geschil is of hij in Nederland aanspraak heeft op aftrek – van zijn ABP-pensioen – van negatieve inkomsten uit eigen woning, hetzij omdat hij een kwalificerend buitenlands belastingplichtige is, hetzij op grond van EU-recht (vrijheid van personenverkeer).

X voldoet niet aan de voorwaarden om als kwalificerend buitenlands belastingplichtige in de zin van artikel 7.8, lid 6, Wet IB 2001 te worden aangemerkt. Volgens Hof Den Bosch voldoet X ook niet aan artikel 21bis Uitv.besl. IB 2001.

In een gemeenschappelijke bijlage bij onder meer deze zaak heeft het Hof uitgewerkt hoe het vrije verkeer van personen en kapitaal zijns inziens moet worden toegepast in gevallen zoals dat van X, uitmondend in een stappenplan op basis van vier vragen. Dit stappenplan leidt er in casu toe dat X deels renteaftrek wordt verleend, namelijk voor het breukdeel ‘belast gezinsinkomen in Nederland / wereldinkomen’ (naar Nederlandse maatstaven bepaald), met als bovengrens de renteaftrek die hij genoten zou hebben als het gehele gezinsinkomen in Nederland was onderworpen. Het Hof heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de navorderingsaanslag overeenkomstig die berekening verminderd.

De staatssecretaris heeft cassatieberoep ingesteld.

A-G Wattel meent met het Hof dat X niet kwalificeert als buitenlands belastingplichtige en dat daarom beoordeeld moet worden waartoe het EU-recht noopt. Bij deze conclusie hoort een gemeenschappelijk bijlage (ECLI:NL:PHR:2023:442, NLF 2023/1027) waarin de Schumacker-rechtspraak van het HvJ wordt uiteengezet en becommentarieerd. Volgens de A-G is die jurisprudentie onverenigbaar met EU-recht. Hij geeft de Hoge Raad in overweging om in de onderhavige zaak een prejudiciële vraag te stellen aan het HvJ en de zaak aan te houden.

De in zaak 22/02362 (ECLI:NL:PHR:2023:441, NLF 2023/1053) gestelde vraag is vergelijkbaar.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
A-G
Datum instantie
31 maart 2023
Rolnummer
22/02356
ECLI
ECLI:NL:PHR:2023:373
NLF-nummer
NLF 2023/1052
Aflevering
11 mei 2023
,bwbr0011353&artikel=7.8&lid=7

Naar de bovenkant van de pagina