Direct naar content gaan

Samenvatting

X (mbh; belanghebbende) is fondsbeheerder. Zij heeft voor rekening en risico van (de beleggers in) een Duits Sondervermögen alle aandelen verworven in drie Nederlandse onroerendezaakrechtspersonen (OZR’s) zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, Wet BRV. Alle drie de OZR’s hebben slechts één soort aandelen uitgegeven.

Een Sondervermögen heeft naar Duits recht geen rechtspersoonlijkheid, zodat een fondsbeheerder nodig is om in rechte namens hem op te treden en eigendom te verwerven. Het is wel een afgescheiden vermogen. X belegt voor rekening en risico van (de beleggers in) het Sondervermögen in onroerende zaken. Geen van die beleggers is voor een derde of meer gerechtigd tot de opbrengsten of de waarde van de OZR-aandelen.

In geschil is of X een ‘belang’ in de OZR’s heeft verkregen zoals bedoeld in artikel 4, lid 3, onderdeel b, Wet BRV en op die grond overdrachtsbelasting is verschuldigd op de verkrijging van de OZR-aandelen.

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is geen overdrachtsbelasting verschuldigd, omdat X geen enkel economisch belang bij de aandelen heeft verworven en daarmee geen ‘belang’ in de zin van artikel 4, lid 3, onderdeel b, Wet BRV.

Hof Den Bosch heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd.

Tegen dit oordeel heeft de staatssecretaris cassatieberoep ingesteld en volgens A-G Wattel is dit gegrond.

In casu zijn er geen kwalitatief verschillende aandelen en evenmin gelieerde verkrijgers of andere aandeelhouders. Kwalitatief vertegenwoordigen de OZR-aandelen het volle ‘belang’ in de OZR’s, en kwantitatief heeft X dat belang verkregen. Zij heeft hoe dan ook in de zin van artikel 2 Wet BRV 100% juridische gerechtigdheid verkregen tot een door artikel 4 Wet BRV gefingeerde onroerende zaak en zij wordt niet van heffing verschoond door de eenderdegrens in artikel 4, lid 3, Wet BRV, zodat zij overdrachtsbelasting is verschuldigd.

Volgens de A-G kan de Hoge Raad de zaak zelf afdoen.

Metadata

Rubriek(en)
Belastingen van rechtsverkeer
Belastingtijdvak
2015
Instantie
A-G
Datum instantie
14 oktober 2020
Rolnummer
20/00859
ECLI
ECLI:NL:PHR:2020:950
NLF-nummer
NLF 2020/2500
Aflevering
19 november 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3824
bwbr0002740&artikel=2,bwbr0002740&artikel=2,bwbr0002740&artikel=4,bwbr0002740&artikel=4,bwbr0002770&artikel=5b,bwbr0002770&artikel=5b

Naar de bovenkant van de pagina