Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft naar aanleiding van het Kerst-arrest (HR 24 december 2021, 21/01243, ECLI:NL:HR:2021:1963) de volledige box 3-heffing voor de jaren 2017 en 2018 teruggekregen.

Tussen partijen is niet in geschil dat de box 3-heffing in strijd met het EVRM is geheven. X heeft daarom naar het oordeel van Hof Arnhem-Leeuwarden recht op een passende vergoeding voor het verlies dat zij als gevolg van de onverschuldigde betaling van belasting heeft geleden, hoewel de wet daarin niet voorziet. De rentevergoeding is toegekend met toepassing van het belastingrentepercentage.

De staatssecretaris betoogt in cassatie primair dat het Hof ten onrechte een rentevergoeding heeft toegekend en subsidiair dat het Hof van een te hoog rentepercentage is uitgegaan.

Het Hof is volgens de Hoge Raad terecht ervan uitgegaan dat in het Nederlandse nationale recht een regeling ontbreekt waaraan X recht kan ontlenen op de door haar gevraagde rentevergoeding.

Als regel is dat volgens de Hoge Raad niet in strijd met het EVRM. Gelet op jurisprudentie van het EHRM bestaat voor een uitzondering op deze regel slechts aanleiding in gevallen waarin het bedrag van de wettelijke rente meer is dan het bedrag van de belastingvermindering in box 3. In andere gevallen hoeft geen rente te worden vergoed, aldus de Hoge Raad.

De primaire klacht van de staatssecretaris slaagt voor zover daarin wordt betoogd dat de wijze waarop het EHRM genoegdoening op grond van artikel 41 EVRM vaststelt in geval van een schending van dat verdrag, niet maatgevend is voor de verplichting van een verdragsluitende staat om rechtsherstel voor die schending te bieden.

De uitspraak van het Hof kan niet in stand blijven. De Hoge Raad doet de zaak af. Er bestaat geen aanleiding om in afwijking van de nationale wetgeving een vergoeding van rente aan X toe te kennen. Haar verzoek om rentevergoeding moet daarom worden afgewezen.

Conform Conclusie A-G Pauwels (NLF 2024/0247, met noot van Dusarduijn), met gemeenschappelijke bijlage (NLF 2024/0245, met noot van Dusarduijn).

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2016 t/m 2018
Instantie
HR
Datum instantie
6 juni 2024
Rolnummer
23/00771
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:756
Auteur(s)
mr. T.C. Hoogwout
Erasmus Universiteit Rotterdam / Zelfstandig belastingadviseur
NLF-nummer
NLF 2024/1465
Aflevering
25 juni 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6454
bwbr0004770&artikel=28b,bwbr0004770&artikel=28b,bwbr0005537&artikel=8:73,bwbr0005537&artikel=8:73,bwbv0001000&artikel=13,bwbv0001000&artikel=13,bwbv0001000&artikel=14,bwbv0001000&artikel=14,bwbv0001000&artikel=41,bwbv0001000&artikel=41,bwbv0001001&artikel=1,bwbv0001001&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina