Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X is eigenaar van een woonhuis dat als rijksmonument kwalificeert. De om het woonhuis gelegen tuin is ongeveer 16.000 m² groot. De tuin is niet afzonderlijk ingeschreven in het Monumentenregister. In 1994 is een verzoek tot rangschikking van de tuin als rijksmonument afgewezen. In het jaar 2012 heeft X € 92.065 betaald voor onderhoudskosten van het woonhuis en de tuin. Hiervan heeft € 38.254 betrekking op het onderhoud van het woonhuis en € 53.811 betrekking op het onderhoud van de tuin.

In geschil is of 80% van de kosten van het onderhoud van de tuin aftrekbaar zijn. In het bijzonder is in geschil of de omstandigheid dat de tuin niet staat ingeschreven in het Monumentenregister aan aftrek in de weg staat.

Hof Arnhem-Leeuwarden leidt uit de tekst van de Wet IB 1964 en uit de wetshistorie af dat het de bedoeling van de wetgever was volledig aan te sluiten bij de bepalingen uit de toen geldende Monumentenwet. Door middel van de expliciete verwijzing naar de registratie werd beoogd slechts een fiscale faciliteit te verlenen voor eigen woningen waarvoor de beperkende maatregelen van de Monumentenwet gelden en waarvoor op grond van de regels van de Monumentenwet ook aanspraak bestond op een subsidie. Tevens werd, althans tot de wijziging van artikel 42a Wet IB 1964 op 1 januari 1974, voor de hoogte van aftrek volledig aangesloten bij de hoogte van de voor subsidiëring in aanmerking komende kosten. De vervanging van de Monumentenwet door de Monumentenwet 1988 en de vervanging van de Wet IB 1964 door de Wet IB 2001 hebben hierin geen wijziging gebracht. Dit betekent naar het oordeel van het Hof dat in het kader van de toepassing van artikel 6.31 Wet IB 2001 voor een zelfstandige beoordeling of een onroerende zaak of een gedeelte daarvan moet worden aangemerkt als een monument geen ruimte is. Nu vaststaat dat de tuin niet als een zelfstandige eenheid is ingeschreven in de registers en de tuin evenmin als onderdeel van een zelfstandige eenheid als zodanig is aangeduid, komen de onderhoudskosten van de tuin niet voor aftrek in aanmerking.

De uitspraak van Rechtbank Gelderland wordt bevestigd.

Binnen ruim een week zijn twee uitspraken verschenen over de aftrek van onderhoudskosten van een park of tuin gelegen rondom een woonhuis dat als rijksmonument in de zin van de Monumentenwet 1988 is ingeschreven (hierna: Monumentenregister). Omdat de feiten en omstandigheden in beide procedures verschillen, zijn de uitspraken ook verschillend.

Park is zelfstandig rijksmonument

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2012
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
8 december 2016
Rolnummer
16/00884
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:6780
Auteur(s)
mr. E.F. Berkhemer
Berkhemer Landgoed & Rijksmonument Advies
NLF-nummer
NLF 2017/2071
Aflevering
7 september 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB683
bwbr0011353&artikel=6.31,bwbr0011353&artikel=6.31

Naar de bovenkant van de pagina