Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan de Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb is een vraag gesteld over de aftrekbaarheid van kosten die voortvloeien uit een certificaatspaarplan voor werknemers, waarbij een belastingplichtige toegezegde certificaten inkoopt op de beurs en sommige pas na een aantal maanden om niet uitreikt aan deelnemers van het plan. De casus is als volgt:

X (bv) heeft een certificaatspaarplan voor haar personeel. Op grond van dit spaarplan hebben werknemers de mogelijkheid om vanuit het nettosalaris jaarlijks een beperkt aantal certificaten van aandelen X te kopen. Iedere werknemer die deelneemt aan het certificaatspaarplan, krijgt vervolgens eenzelfde aantal certificaten om niet van X (hierna: de bonuscertificaten). Deelname aan het certificaatspaarplan geschiedt op vrijwillige basis en de toekenning van certificaten is binnen het plan onvoorwaardelijk.

De inkoop van certificaten in X vindt plaats via een (digitaal) handelsplatform, vergelijkbaar met een beurs. De certificaten kunnen slechts op enkele momenten (handelsdagen) in het jaar worden ingekocht.

X bekijkt aan het begin van het boekjaar hoeveel certificaten er op basis van het certificaatspaarplan ingekocht moeten worden en benut daarvoor het eerst mogelijke inkoopmoment. Afrekening voor de door de medewerkers gekochte certificaten vindt plaats tegen de gemiddeld gewogen beurskoers op het moment van levering. Indien de werknemer aangeeft niet tegen deze koers te willen kopen, vervalt ook het recht op toekenning van de bonuscertificaten.

Het komt voor dat X in een periode meer certificaten inkoopt dan zij levert aan haar werknemers ter voldoening aan haar leveringsverplichting. Deze te veel ingekochte certificaten blijven altijd gekoppeld aan het certificaatspaarplan en worden na maximaal een half jaar alsnog aan werknemers geleverd.

Op een handelsdag wordt altijd een even aantal certificaten ingekocht, zodat een om niet bonuscertificaat altijd gelijktijdig wordt geleverd met een certificaat waar de werknemer voor heeft betaald.

Vragen
  1. Kwalificeren de kosten van toekennen van het recht op bonuscertificaten als kosten in de zin van artikel 10, lid 1, onderdeel j, Wet VpB 1969, waardoor deze niet in aftrek kunnen worden gebracht?
  2. Valt het waardeverloop van de bonuscertificaten in de periode tussen toekenning en inkoop in de belastbare winst van belastingplichtige?
  3. Valt het waardeverloop van de bonuscertificaten in de periode tussen inkoop en levering in de belastbare winst van belastingplichtige?
Antwoorden
  1. Ja. De kosten van de toekenning van het recht op bonuscertificaten valt onder de aftrekbeperking van artikel 10, lid 1, onderdeel j, Wet VpB 1969.
  2. De waardeontwikkeling van de toegekende bonuscertificaten vanaf het moment van toekenning tot aan het moment van inkoop valt in de kapitaalsfeer en raakt de winst niet.
  3. De inkoop van de certificaten valt onder artikel 10c Wet VpB 1969. De vermogensachteruitgang die optreedt bij de doorlevering van de bonuscertificaten aan het personeel om niet blijft buiten aanmerking bij het bepalen van de winst van X.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2023 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
5 december 2023
Rolnummer
KG:011:2023:15
Auteur(s)
mr. drs. M.T.M. Hennevelt
Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2023/2860
Aflevering
21 december 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB6144
bwbr0002672&artikel=10,bwbr0002672&artikel=10c,bwbr0002672&artikel=10c&lid=2,bwbr0002672&artikel=10,bwbr0002672&artikel=10c

Naar de bovenkant van de pagina