Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Bij het vaststellen van de proceskostenvergoeding voor de procedure in hoger beroep is Hof Den Bosch in deze WOZ-zaak conform punt 1 van onderdeel B1 van de bijlage bij het Bpb uitgegaan van een waarde per punt van € 534.

X (belanghebbende) klaagt er in cassatie over dat het Hof had dienen uit te gaan van een waarde per punt van (destijds) € 748.

Het middel slaagt. Zoals de Hoge Raad heeft geoordeeld in zijn arrest van 27 mei 2022 (21/02977, ECLI:NL:HR:2022:752, NLF 2022/1096, met noot van Hennevelt, r.o. 5.8) moet punt 1 van onderdeel B1 van de bijlage bij het Bpb wegens strijd met het discriminatieverbod van artikel 1 GW buiten toepassing blijven.

De Hoge Raad doet de zaak af.

Zie ook de vergelijkbare BPM-zaak van 9 september 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1151, NLF 2022/1808, met noot van Berns).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2021
Instantie
HR
Datum instantie
23 september 2022
Rolnummer
21/04991
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:1284
NLF-nummer
NLF 2022/1902
Aflevering
29 september 2022
bwbr0006358&artikel=1,bwbr0006358&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina