Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) oefent op drie locaties een tuinbouwbedrijf uit. De onroerende zaken zijn elk afzonderlijk voor het productieproces van een tomatenkwekerij uitgerust en operationeel.

De Heffingsambtenaar heeft de waarde van de onroerende zaken (de locaties) voor het belastingjaar 2020 vastgesteld op resp. € 2.068.000, € 6.260.000 en € 3.148.000.

In geschil is of de objectafbakening van de locaties voor de toepassing van de Wet WOZ op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. X betoogt dat sprake is van één object voor de Wet WOZ (samenstel).

Rechtbank Rotterdam en in hoger beroep Hof Den Haag geven X geen gelijk. Aangezien onmiskenbaar geografische samenhang ontbreekt tussen de onroerende zaken vormen de drie onroerende zaken geen samenstel. Dit geldt ook voor de twee tuinbouwbedrijven die op een afstand van 600 meter door een fietspad met elkaar zijn verbonden. De door X gestelde omstandigheden leiden niet tot een ander oordeel. Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
22 februari 2023
Rolnummer
22/00857; 22/00858; 22/00859
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2023:276
NLF-nummer
NLF 2023/0642
Aflevering
23 maart 2023
bwbr0007119&artikel=16,bwbr0007119&artikel=16

Naar de bovenkant van de pagina