Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X bv is exploitant van een bungalowpark. Haar enig aandeelhouder Holding bv is eigenaar van het park. Aan X bv en Holding bv zijn als gebruiker respectievelijk eigenaar aanslagen OZB opgelegd. X bv en Holding bv stellen dat de op het bungalowpark gelegen recreatiewoningen aangemerkt kunnen worden als woning. In dat geval is alleen de eigenaar, Holding bv, belastingplichtig voor de OZB, en wel naar het (lagere) woningtarief. Rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat de betreffende recreatiewoningen (en stacaravans) niet bestemd zijn voor permanente bewoning, zodat deze niet als woning kunnen worden aangemerkt. Tegen dit oordeel hebben X bv en Holding bv (sprong)cassatieberoep ingesteld. Volgens A-G IJzerman is de juiste maatstaf ter beoordeling of een recreatiebungalow of onroerende stacaravan in dit kader als een woning kan worden aangemerkt, of die gezien de daarin aanwezige of daarbij behorende (basis)voorzieningen, fysiek en objectief geschikt is voor bewoning. Dat is hier het geval, aldus de A-G. Daaraan doet zijns inziens niet af dat een recreatiewoning is bestemd voor al dan niet opvolgend tijdelijk gebruik. Een eventueel (gemeentelijk) verbod op permanente bewoning van een recreatiewoning betekent volgens de A-G niet dat die woning daardoor fysiek en objectief minder geschikt zou worden als woning. Conclusie: het cassatieberoep is gegrond.

Deze procedure gaat over de OZB. Vraag is of een bungalowpark dat 52 recreatiewoningen omvat, in zijn geheel moet worden aangemerkt als woning of als niet-woning. Niet in geschil is dat het object voor de waardering in het kader van de Wet WOZ moet worden aangemerkt als één recreatiesamenstel (artikel 16, onderdeel e, Wet WOZ). Ook de waarde is niet in geschil.

Indien het bungalowpark een woning is, kan alleen eigenarenbelasting worden geheven. Indien het een niet-woning is kan naast eigenarenbelasting ook gebruikersbelasting worden geheven (artikel 220 GW). Voor de gebruikersbelasting blijven woondelen vervolgens buiten de heffing (artikel 220e GW).

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2014
Instantie
AG
Datum instantie
4 juli 2016
Rolnummer
15/04476
ECLI
ECLI:NL:PHR:2016:745
Auteur(s)
prof. mr. dr. J.A. Monsma
Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2016/0007
Aflevering
1 september 2016
Judoregnummer
JCDI:NFB10
bwbr0005416&artikel=220,bwbr0005416&artikel=220,bwbr0005416&artikel=220a,bwbr0005416&artikel=220a,bwbr0005416&artikel=220e,bwbr0005416&artikel=220e,bwbr0007119&artikel=16,bwbr0007119&artikel=16

Naar de bovenkant van de pagina