Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Tussen 2008 en 2014 keurde de Luxemburgse belastingdienst twee soorten fiscale rulings goed in het kader van complexe vennootschapsrechtelijke en financiële constructies binnen de groep Engie. Volgens de Europese Commissie leverden die fiscale rulings staatssteun op die onverenigbaar was met de interne markt en die door de Luxemburgse autoriteiten moest worden teruggevorderd van de begunstigden ervan.

Het Gerecht van de EU, waarbij de groep Engie en Luxemburg beroep hadden ingesteld, heeft hun beroepen verworpen (Gerecht (EU) 12 mei 2021, gevoegde zaken T-516/18 en T-525/18, ECLI:EU:T:2021:251, NLF 2021/1733, met noot van Verhagen).

Daarop hebben Engie en Luxemburg een hogere voorziening ingesteld bij het HvJ.

Het HvJ verklaart de hogere voorziening gegrond.

Volgens het HvJ heeft de Commissie fouten gemaakt bij haar verschillende analyses van de referentiekaders die het normale belastingstelsel afbakenen. De fouten hebben de gehele selectiviteitsanalyse aangetast. Het staatssteunbesluit van de Commissie wordt dan ook nietig verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
2008-2014
Instantie
HvJ
Datum instantie
5 december 2023
Rolnummer
C-451/21 P; C-454/21 P
ECLI
ECLI:EU:C:2023:948
Auteur(s)
dr. M.J. van Hulten LLM
Lubbers, Boer & Douma / Tilburg University
NLF-nummer
NLF 2024/0015
Aflevering
2 januari 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6166
bwbv0001506&artikel=107,bwbv0001506&artikel=107,bwbv0001506&artikel=108,bwbv0001506&artikel=108

Naar de bovenkant van de pagina