Direct naar content gaan

Samenvatting

Deze zaak betreft een tweede verzoek om wraking in dezelfde hoofdzaak. De hoofdzaak is bij de belastingkamer van de Hoge Raad aanhangig met nummer 21/03064 en betreft een beslissing op verzet in een zaak met betrekking tot zorgtoeslag.

Op de gronden genoemd in punt 6.15 en 6.16 in verbinding met 6.11 van de Conclusie van A-G Valk van 4 november 2022 (22/03628, ECLI:NL:PHR:2022:1020), stelt de Hoge Raad het verzoek tot wraking van de drie leden van de Hoge Raad die de zaak met nummer 21/03064 behandelen buiten behandeling. Die gronden komen erop neer dat ten aanzien van twee van de drie gewraakte leden van de Hoge Raad sprake is van een tweede wrakingsverzoek zonder dat nieuwe feiten en omstandigheden worden aangevoerd (zie artikel 8:16, lid 4, Awb) en dat daarnaast met het wrakingsverzoek evident misbruik van het middel van wraking wordt gemaakt, nu het verzoek in redelijkheid niet anders kan worden verstaan dan als de aanwending van de bevoegdheid tot wraking voor een ander doel dan waarvoor deze is gegeven. Daarmee is van een wrakingsverzoek als bedoeld in artikel 8:15 Awb geen sprake. Om deze redenen bepaalt de Hoge Raad tevens dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster in de zaak met nummer 21/03064 niet in behandeling zal worden genomen (zie artikel 8:18, lid 4, Awb).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2021
Instantie
HR
Datum instantie
9 december 2022
Rolnummer
22/03628
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:1847
Auteur(s)
mr. drs. M.T.M. Hennevelt
Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2022/2449
Aflevering
15 december 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5389
bwbr0005537&artikel=8:15,bwbr0005537&artikel=8:16,bwbr0005537&artikel=8:16&lid=4,bwbr0005537&artikel=8:18&lid=4,bwbr0005537&artikel=8:15,bwbr0005537&artikel=8:16

Naar de bovenkant van de pagina