Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) hield 25% van de aandelen in Y (bv) en was tevens statutair bestuurder. X en haar dga hebben in de jaren 2011-2014 in het kader van managementovereenkomsten hun volledige arbeidskracht ten dienste van de onderneming van Y en ondernemingen van dochtervennootschappen van Y gesteld. De werkzaamheden van de dga bestonden uit belastingadvies en aanverwante werkzaamheden als senior fiscalist en partner. Daarnaast droeg hij tezamen met drie overige directeuren (fiscalisten/registeraccountants en partners) zorg voor het volledige management van Y en de dochtervennootschappen.

X heeft in voornoemde jaren salarissen van circa € 70.000/72.000 voor haar dga verantwoord. De Inspecteur heeft het loon van de dga gecorrigeerd op basis van het loon van de meestverdienende medewerker van Y. In geschil is of dat terecht is.

Niet in geschil is dat in voornoemde jaren (i) de dga een aanmerkelijk belang had in Y en de dochtervennootschappen in de zin van artikel 12a, lid 5, onderdeel b, Wet LB 1964, (ii) de dga een hoger loon genoot dan het in artikel 12a, lid 1, Wet LB 1964 genoemde normbedrag, (iii) er geen sprake was van verbondenheid in de zin van artikel 12a, lid 5, onderdeel d, Wet LB 1964 tussen X enerzijds en Y en de dochtervennootschappen anderzijds, (iv) de zogenoemde ’doorbetaaldloonregeling’ van artikel 32 Wet LB 1964 van toepassing was, en (v) X gold als de inhoudingsplichtige van de dga.

Hof Amsterdam verwerpt evenals Rechtbank Noord-Holland het betoog van de Inspecteur dat voor het bepalen van het gebruikelijk loon van de dga het loon van de meestverdienende werknemer van Y dient te worden meegewogen. Indien de doorbetaaldloonregeling van toepassing is, komt de 12a-toets per vennootschap te vervallen. Er dient alleen op het niveau van X te worden getoetst en bij X werkt alleen de dga.

Het Hof acht voor alle tijdvakken niet aannemelijk geworden dat het loon van de dga in belangrijke mate afwijkt (dat wil zeggen 30% of meer) van hetgeen gebruikelijk is bij een soortgelijke dienstbetrekking waarin een aanmerkelijk belang geen rol speelt. Daarbij heeft het Hof in aanmerking genomen dat de dga niet zonder meer kan worden vergeleken met een accountant of belastingadviseur. De gezochte werknemer met een soortgelijke dienstbetrekking is immers een werknemer die werkzaamheden verricht die soortgelijk zijn aan de totale arbeidsprestatie die de dga voor alle tot de groep behorende ondernemingen verricht. Daartoe behoren ook zijn werkzaamheden als bestuurder en leidinggevende.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2011-2014
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
13 april 2021
Rolnummer
19/01552; 19/01553; 19/01554; 19/01555
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:1306
Auteur(s)
mr. F. Aksoy
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2022/0109
Aflevering
13 januari 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB4752
bwbr0002471&artikel=12a,bwbr0002471&artikel=12a&lid=3,bwbr0002471&artikel=12a&lid=5,bwbr0002471&artikel=12a&lid=7,bwbr0002471&artikel=12a

Naar de bovenkant van de pagina