Direct naar content gaan

Samenvatting

Belanghebbende heeft interest rate swaps (renteswaps) afgesloten om het variabelerenterisico op de daarmee verband houdende variabel rentende leningen af te dekken. Elke renteswap hangt samen met een variabel rentende lening in de zin van het arrest van de Hoge Raad van 8 november 2019 (18/01352, ECLI:NL:HR:2019:1721) (gezamenlijk ook wel: swapcombinatie).

Elke renteswap heeft bij het afsluiten een einddatum maar ook een mandatory-breakclausule: deze houdt een verplichte beëindiging in van de renteswap op een vastgestelde breakdatum (breakmoment). De breakdatum ligt vóór de einddatum. Als gevolg van deze mandatory-breakclausule wordt de renteswap, op een eerder moment dan de einddatum, verplicht afgewikkeld.

Vragen
  1. Is gedurende het bestaan van de swapcombinatie sprake van samenhang in de zin van het arrest van de Hoge Raad van 8 november 2019, indien direct bij ingangsdatum van de renteswap een mandatory-breakclausule is overeengekomen?
  2. Kan in het jaar vóór afkoop of doorzak op grond van goed koopmansgebruik een last worden genomen ter hoogte van de te verwachten negatieve marktwaarde van de renteswap op breakdatum? Zo ja, tot welk bedrag?
Antwoorden
  1. Ja, ook indien direct bij ingangsdatum van de renteswap een mandatory-breakclausule is overeengekomen, is sprake van een swapcombinatie (de renteswap en de daarmee samenhangende variabel rentende lening) in de zin van het arrest van 8 november 2019. Zie ook KG:213:2023:3, waarin mutual-breakclausules gedurende de looptijd van de renteswaps werden vervangen door mandatory-breakclausules.
  2. Ja, in het jaar voor afkoop of doorzak kan op grond van goed koopmansgebruik een last worden genomen ter hoogte van de te verwachten negatieve marktwaarde van de renteswap op breakdatum. Derhalve voor het bedrag van de marktwaarde toerekenbaar aan de periode na de breakdatum: de breakwaarde. Bij een voorgenomen voortzetting door belanghebbende van de swapcombinatie tot de breakdatum, wordt het resultaat bepaald zoals bij een vastrentende lening (zie de in het arrest van 8 november 2019 opgenomen vergelijking met HR 23 januari 2004, 38.029, ECLI:NL:HR:2004:AI0416). In het onderhavige geval waarin een mandatory-breakclausule is overeengekomen, vindt een verplichte beëindiging en financiële afwikkeling plaats op breakdatum met een verwachte last tot gevolg. De verplichte beëindiging als gevolg van de mandatory-breakclausule is een kenmerkend verschil met de vastrentende lening of swapcombinatie in de zin van het arrest van 8 november 2019. Er is geen reden om, indien de marktwaarde die is toe te rekenen aan de mandatory-breakclausule negatief is, de in de toekomst naar verwachting te realiseren last niet te nemen. Er kan derhalve een last worden genomen; niet voor de volledige negatieve marktwaarde van de renteswap, maar voor de waarde die is toe te rekenen aan de periode vanaf de breakdatum tot aan de einddatum van de renteswap (breakwaarde). Deze marktwaarde is door belanghebbende te berekenen en aannemelijk te maken. Een pro-rataberekening is in beginsel niet aanvaardbaar. Enerzijds omdat bij pro-rataberekeningen van de contante waarde in het algemeen de berekende last, in vergelijking met de op het jaar betrekking hebbende last, te hoog zal zijn en anderzijds dit niet wordt gecompenseerd doordat (mogelijk) bij het bepalen van de marktwaarde toekomstige variabele rentetermijnen hoger zijn dan de termijn op basis van de huidige variabele rente.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
4 januari 2024
Rolnummer
KG:213:2024:1
NLF-nummer
NLF 2024/0137
Aflevering
16 januari 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6187
bwbr0011353&artikel=3.25,bwbr0011353&artikel=3.25

Naar de bovenkant van de pagina