Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is van oorsprong afkomstig uit Griekenland. Zijn echtgenote is van oorsprong afkomstig uit Bulgarije. X staat sinds [1996] ingeschreven op een Nederlands adres. Zijn echtgenote staat ingeschreven op hetzelfde adres.

Op 17 mei 2016 is vastgesteld dat X gebruik maakte van de openbare weg in Nederland met een auto met een Bulgaars kenteken. Deze auto is in Bulgarije geregistreerd op naam van de echtgenote van X.

Aan X is over het tijdvak 4 augustus 2014 tot en met 16 mei 2016 een naheffingsaanslag MRB opgelegd van € 4.872, alsmede bij beschikking een boete van € 4.872.

In geschil is in de eerste plaats of X tijdig bezwaar heeft gemaakt.

Dat is voor wat betreft de naheffingsaanslag volgens Rechtbank Gelderland niet het geval. Het bewaar tegen de naheffingsaanslag is terecht niet-ontvankelijk verklaard.

De overschrijding van de bezwaartermijn ten aanzien van de boetebeschikking is volgens de Rechtbank verschoonbaar. Het bezwaar tegen de boetebeschikking is daarom ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.

Ten aanzien van de boete heeft X gemotiveerd betwist dat hij in de gehele periode (in Nederland) de beschikking had over de auto. Gelet op artikel 6 EVRM dient de Inspecteur nader bewijs te leveren van de periode. Dit bewijs ontbreekt. De Rechtbank matigt daarom de boete tot een bedrag van € 600. Dit komt neer op het bedrag aan belasting dat voor een kwartaal verschuldigd zou zijn geweest.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
4 augustus 2014 t/m 16 mei 2016
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
7 februari 2018
Rolnummer
17/2088
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2018:570
NLF-nummer
NLF 2018/0447
Aflevering
22 februari 2018
bwbr0006324&artikel=34,bwbr-evrm &&artikel=6,bwbr0005537&artikel=6:9,bwbr0005537&artikel=6:11

Naar de bovenkant van de pagina