Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in juli 2010 van haar toenmalige echtgenoot (hierna: A) onroerende zaken gekocht voor een bedrag van € 233.900. X en A waren tot 20 maart 2013 onder huwelijkse voorwaarden gehuwd. Bij de bepaling van de koopprijs is rekening gehouden met bodemvervuiling van een deel van de zaken.

De Inspecteur heeft aan X een aanslag schenkbelasting opgelegd voor het jaar 2010 voor een belaste verkrijging. Hij stelt – kort gezegd – dat de onroerende zaken voor een te laag bedrag zijn verkocht omdat van vervuiling geen sprake is.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de Inspecteur aannemelijk gemaakt dat de onroerende zaken zijn verkocht tegen een te lage waarde, waardoor X is verrijkt en A is verarmd. Zij waren zich beiden bewust van de bevoordeling. A heeft X volgens het Hof willen bevoordelen omdat hij wist dat de waarde van de onroerende zaken hoger was dan de overeengekomen verkoopprijs. Daarom is sprake van een schenking, aldus het Hof. Voorts heeft het Hof geoordeeld dat de vrijstelling voor een schenking ter voldoening aan een natuurlijke verbintenis als bedoeld in artikel 33, aanhef en onder 12°, SW 1956 niet van toepassing is.

X heeft cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dat gegrond.

Het Hof heeft met zijn oordeel miskend dat de wil tot bevoordeling een afzonderlijk vereiste vormt voor het aannemen van een schenking en dat die wil niet louter kan worden afgeleid uit de bevoordelingsbewustheid bij degene die bevoordeelt (vgl. HR 12 juli 2002, 36.902, ECLI:NL:HR:2002:AD7272, r.o. 3.5).

Voorts is de omstandigheid dat het gestelde doel (de verzorgingsgedachte) ook zou kunnen worden bereikt door de onroerende zaken tegen werkelijke waarde over te dragen, wat daarvan ook zij, geen toereikende grond voor het oordeel dat X het bestaan van een natuurlijke verbintenis niet aannemelijk heeft gemaakt.

De zaak is verwezen naar Hof Den Bosch.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2010
Instantie
HR
Datum instantie
8 december 2023
Rolnummer
23/01109
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1715
Auteur(s)
mr. dr. N.C.G. Gubbels
Tilburg University / Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2023/2863
Aflevering
21 december 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB6146
bwbr0002226&artikel=1,bwbr0002226&artikel=1,bwbr0002226&artikel=33,bwbr0002226&artikel=33

Naar de bovenkant van de pagina