Direct naar content gaan

Samenvatting

X heeft in 2007 als gastouder inkomsten genoten voor de opvang van zijn kleinkinderen. Hij heeft de inkomsten niet aangegeven. De aanslag IB/PVV 2007 is overeenkomstig de aangifte opgelegd. Later zijn de inkomsten met een navorderingsaanslag belast als resultaat uit overige inkomsten.
Na verwijzing door de Hoge Raad (14/04129, ECLI:NL:HR:2015:740) is bij Hof Arnhem-Leeuwarden onder meer nog in geschil of de Inspecteur over een nieuw feit beschikt om na te vorderen.
De Inspecteur stelt dat het nieuwe feit bestaat uit een bestand waaruit kan worden afgeleid dat aan X in 2007 € 14.471 is betaald voor zijn werkzaamheden als gastouder.
Hij heeft niet het hele bestand overgelegd omdat het bestand – van meer dan 70.0000 pagina’s – bijna uitsluitend informatie van derden bevat. Informatie uit het bestand met betrekking tot X is opgenomen in door de Inspecteur overgelegde schermprints.
Volgens het verwijzingshof heeft de Inspecteur hiermee voldaan aan de op hem rustende plicht om op de zaak betrekking hebbende stukken te overleggen (artikel 8:42 Awb).
Het verwijzingshof is het met de Inspecteur eens dat de in het bestand opgenomen informatie een nieuw feit vormt om na te vorderen.
Er is voorts sprake van grove schuld, aldus het Hof. De opgelegde boete wordt enigszins gematigd vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2007
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
12 juli 2016
Rolnummer
15/01535
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:5817
bwbr0002320&artikel=16,bwbr0005537&artikel=8:42&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina