Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) is een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd. In zijn daartegen gerichte bezwaarschrift heeft X verzocht om alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan hem toe te sturen.

In dat bezwaarschrift heeft hij niet, althans niet met zoveel woorden, verzocht om te worden gehoord.

Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat op grond van artikel 7:4, lid 2, Awb het bestuursorgaan verplicht is het bezwaarschrift en verder alle op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen ter inzage te leggen. Het bestuursorgaan is volgens het Hof niet in algemene zin verplicht in de bezwaarfase de stukken van het geding aan de belanghebbende toe te sturen. In de bezwaarfase geldt ter zake van de op de zaak betrekking hebbende stukken slechts een (passief) inzagerecht, en wel in het kader van het hoorgesprek. Het betoog van X dat de Heffingsambtenaar was gehouden het verzoek om toezending van de stukken op te vatten als een verzoek om te worden gehoord, berust voorts op een onjuiste lezing van artikel 7:4 Awb, aldus het Hof.

X heeft tegen deze oordelen cassatieberoep ingesteld maar de Hoge Raad verklaart dat ongegrond.

Ten overvloede merkt de Hoge Raad op dat de in artikel 7:4, lid 2, Awb bedoelde terinzagelegging van de op de zaak betrekking hebbende stukken ook langs elektronische weg kan plaatsvinden, in het bijzonder indien het gaat om in elektronische vorm vastgelegde gegevens.

Verder verdient opmerking dat een belanghebbende het bestuursorgaan niet kan tegenwerpen dat het de op de zaak betrekking hebbende stukken niet ter inzage heeft gelegd, indien dat orgaan hem – hoewel daartoe niet verplicht – tijdig voor de hoorzitting een kopie van die stukken heeft toegezonden, in papieren vorm dan wel langs digitale weg met inachtneming van het bepaalde in afdeling 2.3 Awb. Met die toezending is immers reeds voldaan aan de strekking van het inzagerecht. Het in artikel 7:4, lid 2, Awb omschreven recht op inzage strekt namelijk ertoe te vermijden dat het bestuursorgaan zijn beslissing op bezwaar doet steunen op informatie die de betrokken belanghebbenden niet hebben kunnen kennen.

Conform Conclusie A-G IJzerman (NLF 2022/2164, met noot van Hendriks).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
nog invullen
Instantie
HR
Datum instantie
18 augustus 2023
Rolnummer
22/00170
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1107
Auteur(s)
mr. C.M. Bergman
VNG
NLF-nummer
NLF 2023/1930
Aflevering
31 augustus 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5956
bwbr0005537&artikel=7:4,bwbr0005537&artikel=7:4

Naar de bovenkant van de pagina