Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) is een navorderingsaanslag IB/PVV 2009 en een boete opgelegd op grond van artikel 67e, lid 1, AWR.

Over het beboetbare feit heeft Hof Amsterdam het volgende geoordeeld: ‘Het is aannemelijk geworden dat X aanzienlijk bedragen aan inkomsten heeft genoten (daartoe wijst het Hof op de ontvangen bedragen op zijn Luxemburgse bankrekening en de ontvangen aandelen bij de wijziging in de aandelenstructuur in 2009).’ Het Hof acht het ongeloofwaardig – voor zover X dat al heeft willen betogen – dat hij niet heeft geweten dat het door hem behaalde resultaat niet op enigerlei wijze in de heffing van de inkomstenbelasting zou moeten worden betrokken. Door desalniettemin geen aangifte te doen en ook overigens geen enkele actie te ondernemen om te bewerkstelligen dat deze inkomsten in de belastingheffing zouden worden begrepen, heeft X geweten dat te weinig belasting zou worden geheven. Onder deze omstandigheden is het aan opzet te wijten dat te weinig belasting is geheven. De Inspecteur verwijt X derhalve terecht opzet aan het in artikel 67e, lid 1, AWR vermelde vergrijp.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld.

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, Wet RO). In een ‘overweging ten overvloede’ gaat de Hoge Raad nader in op de conclusie van A-G Niessen van 31 augustus 2022 (22/01072, ECLI:NL:PHR:2022:783) inzake een ambtshalve bijgebrachte grond tot vernietiging van de uitspraak van het Hof omdat dit oordeel op een onjuiste rechtsopvatting berust.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2009
Instantie
HR
Datum instantie
3 februari 2023
Rolnummer
22/01072
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:97
Auteur(s)
mr. N. van den Hoek
Jaeger Advocaten-belastingkundigen
NLF-nummer
NLF 2023/0350
Aflevering
16 februari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5603
bwbr0002320&artikel=29e&lid=2,bwbr0002320&artikel=67cc&lid=1,bwbr0002320&artikel=67d&lid=1,bwbr0002320&artikel=67e,bwbr0002320&artikel=67e&lid=1,bwbr0002320&artikel=67f&lid=1,bwbr0002320&artikel=67e

Naar de bovenkant van de pagina