Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 20 juli 2011 zijn X (belanghebbende) en haar echtgenoot Y een vof aangegaan waarin een restaurant met B&B werd geëxploiteerd. De vof huurde een pand van de ouders van X.

Op 14 december 2017 hebben X en Y in eigen beheer een kookboek uitgegeven met in de keuken van het restaurant ontwikkelde recepten. Er zijn 620 kookboeken uitgegeven, die inmiddels bijna allemaal zijn verkocht. Voorts gaven zij ongeveer twee keer per jaar kookworkshops.

Op 2 juni 2018 heeft de vof de activiteiten met betrekking tot het restaurant met B&B gestaakt.

De moeder van X heeft het pand verkocht en in 2019 geleverd aan een derde. De vof heeft hierbij een huurderscompensatie voor een verbouwing ontvangen. Na de verkoop van het restaurant werden de kookworkshops gehouden in een gehuurde kookstudio.

In 2018 is de vof zich met een andere naam gaan richten op andere activiteiten (kort gezegd consultancywerkzaamheden op horecagebied).

Op 18 maart 2019 hebben X en Y een bv opgericht. Zij hebben de onderneming van de vof ingebracht als storting op de aandelen. De Inspecteur heeft het verzoek om het aandeel van X in de vof geruisloos in te brengen in de bv (ingangsdatum 1 januari 2018) afgewezen. In geschil is of dat terecht is.

Dat is volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant het geval.

Van de op 1 januari 2018 (het overgangstijdstip) in de vof uitgeoefende ondernemingsactiviteiten (restaurant met B&B, kookboek en op incidentele basis geven van kookworkshops) zijn uiteindelijk slechts het kookboek en de kookworkshops daadwerkelijk ingebracht in de bv.

Volgens de Rechtbank kunnen die activiteiten op zichzelf beschouwd niet als een onderneming in materiële zin worden aangemerkt. Van een omzetting van een onderneming is derhalve geen sprake. Daaraan doet niet af dat na het overgangstijdstip nieuwe activiteiten zijn ontplooid. Die activiteiten kunnen niet worden aangemerkt als de voortzetting van de exploitatie van een restaurant met B&B.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
26 april 2022
Rolnummer
19/5411
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:2273
NLF-nummer
NLF 2022/0920
Aflevering
12 mei 2022
bwbr0011353&artikel=3.65,bwbr0011353&artikel=3.65

Naar de bovenkant van de pagina