Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

A-G IJzerman heeft conclusie genomen naar aanleiding van het beroep in cassatie van X (belanghebbende), tegen de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden van 17 januari 2017, 16/00695, ECLI:NL:GHARL:2017:310, NLF 2017/0382.

Deze procedure maakt deel uit van een cluster van zeven verwante zaken waarin conclusie is genomen. Bij die conclusies behoort een gemeenschappelijke bijlage (ECLI:NL:PHR:2017:1081, NLF 2017/2783, met noot van Berns). Alle zaken hebben gemeen dat zij, op enigerlei wijze, (onder meer) zien op de vraag of bepaalde fysieke stukken of computerbestanden zijn aan te merken als ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’.

In deze procedure is met name aan de orde of onderliggende taxatiedossiers van de Belastingdienst en schermprints van WOZ-beschikkingen door de Inspecteur moeten worden overgelegd als ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’.

X was in 2010 (indirect) de enige aandeelhouder van een groep van vennootschappen, gevestigd in binnen- en buitenland. De Inspecteur is bij het vaststellen van de aanslag IB/PVV 2010 afgeweken van de aangifte. In dit kader heeft de Inspecteur zich op het standpunt gesteld dat ter zake van de terbeschikkingstelling van kantoorruimte aan een groepsvennootschap in box 1 een resultaat in aanmerking moet worden genomen.

Na vergeefs bezwaar was in beroep bij de Rechtbank één van de in geschil zijnde correcties op de waarde van door X aan de groepsvennootschap verhuurde onroerende zaken. Die correctie was deels gebaseerd op taxaties van taxateurs van de Belastingdienst. Tussen partijen was in geschil of de interne taxatiedossiers van de Belastingdienst tot de op de zaak betrekking hebbende stukken behoren en zo ja, welke gevolgen de Rechtbank moet verbinden aan het niet overleggen daarvan door de Inspecteur.

In hoger beroep heeft het Hof hieromtrent geoordeeld dat de Inspecteur de desbetreffende taxatiedossiers eerst in de beroepsfase heeft opgevraagd, dat deze dossiers ten grondslag hebben gelegen aan de taxatierapporten die bij de besluitvorming een rol hebben gespeeld, dat de taxatiedossiers de Inspecteur bij het vaststellen van de aanslag en de uitspraken op bezwaar echter niet ter beschikking hebben gestaan en dat deze derhalve geen rol hebben gespeeld bij zijn besluitvorming. Het Hof heeft dan ook geoordeeld dat de Inspecteur deze dossiers niet op grond van artikel 8:42 Awb behoefde over te leggen.

X komt thans, onder aanvoering van vier middelen van cassatie, op tegen de Hofuitspraak. De conclusie strekt ertoe dat het beroep in cassatie van X gegrond dient te worden verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Instantie
A-G
Datum instantie
25 september 2017
Rolnummer
17/00879
ECLI
ECLI:NL:PHR:2017:1040
Auteur(s)
mr. J. Berns
FT-advocaten
NLF-nummer
NLF 2017/2787
Aflevering
30 november 2017
bwbr0005537&artikel=7:4&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina