Direct naar content gaan

Samenvatting

De Inspecteur heeft aan X (GmbH; belanghebbende) een utb uitgereikt ten bedrage van € 99.530,66 aan definitieve antidumpingrechten en € 21.434,51 aan compenserende rechten. Volgens de Inspecteur zijn zonnepanelen niet van oorsprong uit Taiwan, maar uit China.

X heeft een Duitstalig bezwaarschrift ingediend tegen de utb. Daarop heeft de Inspecteur in de Nederlandse taal verzocht om vertaling van het bezwaarschrift in het Nederlands. X heeft in het Duits teruggeschreven dat hij geen Nederlands kan lezen. De Inspecteur heeft het bezwaar vervolgens niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift in een vreemde taal was gesteld.

Anders dan Rechtbank Noord-Holland heeft Hof Amsterdam geoordeeld dat het bezwaar door de Inspecteur terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Het is volgens het Hof aan de Inspecteur (behandelaar van het bezwaar) om te beoordelen of een vertaling voor een goede behandeling van het bezwaar noodzakelijk is.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dit gegrond.

Indien de Inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard vanwege het ontbreken van een vertaling van het bezwaarschrift en uit de uitspraak op bezwaar noch uit enig ander daaraan voorafgaand stuk blijkt waarom hij een vertaling van het bezwaarschrift noodzakelijk vindt voor een goede behandeling van het bezwaar, moet de rechter die beslissing van de Inspecteur vernietigen wanneer die noodzaak in (hoger) beroep wordt betwist. Dat is alleen anders indien de Inspecteur voor de rechter alsnog toereikend motiveert waarom hij – met het oog op heroverweging van het bestreden besluit – het bezwaar niet goed zou hebben kunnen behandelen zonder vertaling van het bezwaarschrift. Het Hof heeft dit miskend. Omdat de Inspecteur het bezwaar ten onrechte met een beroep op artikel 6:5, lid 3, Awb niet-ontvankelijk heeft verklaard, wordt de uitspraak van de Rechtbank bevestigd, behalve voor zover het haar beslissing omtrent de uitnodigingen tot betaling betreft.

Anders, Conclusie A-G IJzerman (NLF 2021/0982, met noot van Van Esdonk-Bongaarts).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Douane
Belastingtijdvak
2014
Instantie
HR
Datum instantie
24 juni 2022
Rolnummer
20/02073
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:943
Auteur(s)
mr. J.J. Vetter
Geradts & Vetter Advocaten
NLF-nummer
NLF 2022/1288
Aflevering
7 juli 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5113
bwbr0005537&artikel=6:5,bwbr0005537&artikel=6:5&lid=3,bwbr0005537&artikel=8:92&lid=3,bwbr0005537&artikel=6:5

Naar de bovenkant van de pagina