Direct naar content gaan

Samenvatting

Bij het GHvJ was in geschil of een aan X (belanghebbende) over het jaar 2010 opgelegde naheffingsaanslag en boete tijdig zijn opgelegd. Dat is volgens het GHvJ het geval. Het GHvJ heeft de zaak teruggewezen naar het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht), voor behandeling van het inhoudelijke geschil.

X klaagt in cassatie onder meer over de beslissing om de zaak terug te wijzen.

Deze klacht slaagt. Het GHvJ heeft niet de onbevoegdheid of niet-ontvankelijkheid in deze procedure uitgesproken. Op grond van artikel 17g, lid 2, Landsverordening kon het GHvJ (reeds) daarom niet tot de beslissing komen om de zaak naar het Gerecht terug te wijzen.

X komt ook terecht op tegen het oordeel van het GHvJ dat – indien en voor zover X heeft gesteld dat de redelijke termijn voor berechting van het geschil is overschreden en daarbij heeft verzocht om vergoeding van immateriële schade – het aan overschrijding van de redelijke termijn pas gevolgen zal verbinden in procedures waarin op of na 1 oktober 2018 een bezwaarschrift is ingediend.

De Hoge Raad merkt in dit verband op dat de wet- en regelgeving in Curaçao niet voorziet in de bevoegdheid van de belastingrechter tot het toekennen van een schadevergoeding. Het oordeel geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De beslissing om aan X niet een vergoeding voor immateriële schade toe te kennen is juist, wat er zij van de daartoe door het GHvJ gebezigde gronden.

Verder heeft het GHvJ miskend dat in deze procedure ook een boetebeschikking wordt betwist. De beboete heeft op grond van artikel 6 EVRM recht op berechting binnen een redelijke termijn. Dit recht brengt mee dat de rechter ambtshalve moet onderzoeken of inbreuk is gemaakt op deze garantie van artikel 6, lid 1, EVRM en, zo ja, welk gevolg daaraan moet worden verbonden.

De Hoge Raad wijst de zaak terug naar het GHvJ ter verdere behandeling.

De boete wordt wegens overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase verminderd.

Metadata

Rubriek(en)
Heffingen Caribisch Koninkrijk
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2010
Instantie
HR
Datum instantie
19 januari 2024
Rolnummer
21/01999
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:50
Auteur(s)
mr. D.G. Barmentlo
FT-advocaten
NLF-nummer
NLF 2024/0388
Aflevering
13 februari 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6243
bwbv0001000&artikel=6,bwbv0001000&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina