Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten(1)
  • Jurisprudentie(24)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een branchevereniging van ondernemers in de schilders- en onderhoudsbranche is op 1 januari 1995 ontstaan uit een fusie tussen A en B.
De vereniging is ondernemer voor de omzetbelasting. A en B en later de vereniging hebben ten behoeve van hun leden verzekeringsactiviteiten verricht.
Deze activiteiten zijn echter gestaakt waarna de exploitatie van de assurantieportefeuille per 1 januari 1987 is overgedragen aan een ander bedrijf (de derde) waarmee de branchevereniging een samenwerkingsverband is aangegaan. De eigendom van de assurantieportefeuille is bij de branchevereniging achtergebleven.
Voor het ter beschikking stellen van de assurantieportefeuille en de ledengegevens ontvangt de branchevereniging ook in het jaar 2001 (het jaar waarop de naheffingsaanslag betrekking heeft) provisies van de derde.
De vraag is of de branchevereniging hierover omzetbelasting verschuldigd is.
Hof Den Haag heeft deze vraag ontkennend beantwoord. Er is sprake van een niet met btw belaste overdracht van een algemeenheid van goederen in de zin van artikel 31 van de Wet op de omzetbelasting (Wet OB).
Het feit dat de eigendom van de assurantieportefeuille bij de branchevereniging is achtergebleven verhindert dit niet. De door de inspecteur opgelegde naheffingsaanslag van 73.202 euro werd vernietigd.
Tegen dit oordeel heeft de Staatssecretaris cassatieberoep ingesteld.
Volgens de Hoge Raad is artikel 31 Wet OB alleen van toepassing wanneer sprake is van de overdracht of overgang van lichamelijke zaken en/of onlichamelijke zaken (indien daarmee een autonome economische activiteit kan worden voortgezet).
Voorts oordeelt de Hoge Raad dat het oordeel van het Hof dat per 1 januari 1987 een algemeenheid van goederen is overgedragen niet op voorhand onjuist hoeft te zijn.
Het Hof heeft een en ander echter onvoldoende gemotiveerd, aldus de Hoge Raad.
De zaak is verwezen naar Hof Amsterdam.
Conform A-G Van Hilten.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2001
Instantie
HR
Datum instantie
11 april 2014
Rolnummer
12/01836
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:834
bwbid=bwbr0&artikel=31

Naar de bovenkant van de pagina