Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) was actief op het terrein van het werven, detacheren en begeleiden van arbeidskrachten. De arbeidskrachten werden geworven in Bulgarije om te werken bij opdrachtgevers in Nederland en België. Tot 2009 werden de arbeidskrachten in dienst genomen door de opdrachtgevers.

Vanaf 2009 werd voor sommige arbeidskrachten met de constructie gewerkt dat de werkzaamheden werden uitgevoerd via opdrachten van aanneming van werk tussen de Nederlandse en Belgische opdrachtgevers en twee daartoe opgerichte Bulgaarse vennootschappen en waarbij de Bulgaarse arbeidskrachten formeel een dienstbetrekking aangingen met de Bulgaarse vennootschappen.

De Inspecteur stelt dat sprake is van een schijnconstructie waarbij de feitelijke werkwijze niet strookt met hetgeen juridisch is overeengekomen. Hij heeft aan X over 2009 een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd en een vergrijpboete. In geschil is of dat terecht is.

Hof Den Bosch oordeelt dat sprake is van uitzendovereenkomsten tussen X en de Bulgaarse werknemers en dus van privaatrechtelijke dienstbetrekkingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, Wet LB 1964. Aan de twee opgerichte Bulgaarse vennootschappen, waarmee deze werknemers formeel een dienstbetrekking aangingen, komt geen reële betekenis toe. De uitbetaalde vergoedingen vormen loon waarover X loonheffingen had moeten inhouden. De hoogte van de naheffingsaanslag is dan niet in geschil.

Evenals Rechtbank Zeeland-West-Brabant (3 augustus 2017, 15/4727, ECLI:NL:RBZWB:2017:4881, NLF 2017/2110) acht het Hof niet bewezen dat sprake is van (voorwaardelijke) opzet. Met de Rechtbank is het Hof wel van oordeel dat grove schuld is bewezen, omdat X nader onderzoek had moeten (laten) doen naar de fiscale aanvaardbaarheid van de gekozen constructie. Een boete van 25% acht het Hof passend en geboden.

Het bedrijfsprobleem

Een heel circus ontstaat wanneer het lastig wordt om tewerkstellingsvergunningen te krijgen voor Bulgaarse arbeidskrachten die in Nederland komen werken bij Nederlandse werkgevers. B had met zijn eenmanszaak een bemiddelende rol bij de totstandkoming van de dienstbetrekkingen tussen die Bulgaarse arbeidskrachten en de Nederlandse ondernemingen, zo zorgde hij bijvoorbeeld voor de werving in Bulgarije. Wanneer het echter lastig wordt om tewerkstellingsvergunningen te krijgen voor Bulgaarse arbeidskrachten die in dienst treden bij een Nederlandse onderneming, dan bedenkt hij een constructie waarbij geen sprake meer is van een Nederlandse dienstbetrekking.

De constructie

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2009
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
13 februari 2020
Rolnummer
17/00688
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:497
Auteur(s)
mr. F.M. Verberk
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2020/1118
Aflevering
14 mei 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3252
bwbr0002471&artikel=6,bwbr0002471&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina