Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze strafzaak is verdachte X ten tijde van de ten laste gelegde feiten eigenaar en enig aandeelhouder van een bedrijf (A bv) dat zich voornamelijk bezighoudt met de invoer van auto’s uit het buitenland. Het bedrijf is vergunninghouder als bedoeld in artikel 8 Wet BPM, op grond waarvan het het bedrijf is toegestaan de verschuldigde BPM voor de betreffende voertuigen per tijdvak te voldoen. X wordt verweten dat onder zijn feitelijke leiding in de periode van 1 juli 2009 tot en met 11 november 2013 opzettelijk onjuiste of onvolledige aangifte BPM en omzetbelasting zijn ingediend.

Hof Arnhem-Leeuwarden achtte bewezen verklaard dat de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan het door een rechtspersoon begaan van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd. Daarop heeft het Hof de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met aftrek van voorarrest. De Hoge Raad vermindert alleen de strafduur met twee weken wegens overschrijding van de redelijke termijn. Voor het overige wordt het cassatieberoep verworpen.

Anders, Conclusie A-G Pronken (NLF 2023/0475, met noot van Demandt).

Metadata

Rubriek(en)
Strafrecht
Autobelastingen
Belastingtijdvak
1 juli 2009 t/m 11 november 2013
Instantie
HR
Datum instantie
27 juni 2023
Rolnummer
21/01149
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:974
Auteur(s)
mr. R.W.J. Kerckhoffs
OM Functioneel Parket
NLF-nummer
NLF 2023/1608
Aflevering
20 juli 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5894
bwbr0002320&artikel=69,bwbr0002320&artikel=69,bwbr0005806&artikel=8,bwbr0005806&artikel=8

Naar de bovenkant van de pagina