Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft als direct vertegenwoordiger van een bedrijf aangiften voor het vrije verkeer gedaan van uit Rusland afkomstige zendingen.

De Inspecteur heeft aan X meegedeeld dat bij de aangiften te lage douanewaarden zijn aangegeven. X heeft daarop verzocht een utb aan haar op te leggen voor de te weinig betaalde invoerrechten en btw.

Met een utb van 3 december 2019 stelt de Inspecteur aan het verzoek van X te hebben voldaan.

Over de verschuldigde invoerrechten en over de verschuldigde btw heeft de Inspecteur overeenkomstig intern beleid rente op achterstallen in de zin van artikel 114, lid 2, DWU in rekening gebracht.

X heeft beroep ingesteld.

Rechtbank Noord-Holland stelt voorop dat de utb niet in geschil is, voor zover deze betrekking heeft op de invoerrechten en de btw. Voor zover op dit moment van belang is in geschil of de Inspecteur terecht rente op achterstallen in rekening heeft gebracht over de btw.

De Rechtbank houdt de zaak aan. Zij verzoekt de Hoge Raad de volgende vragen door middel van een prejudiciële beslissing te beantwoorden:

  1. Biedt artikel 22, lid 1, Wet OB 1968 een rechtsgrond voor het in rekening brengen van rente op achterstallen in de zin van artikel 114, lid 2, DWU over btw bij invoer die verschuldigd is op grond van artikel 18 Wet OB 1968 en wordt geheven bij wijze van uitnodiging tot betaling?
  2. Is het voor de beantwoording van de eerste vraag relevant of de belastingplichtige dan wel de (andere) ondernemer voor wie de goederen zijn bestemd, op grond van artikel 15, lid 1, onderdeel c, Wet OB 1968, recht heeft op aftrek van deze omzetbelasting?

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2 april t/m 28 juni 2019
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
12 mei 2023
Rolnummer
20/6079
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2023:4900
Auteur(s)
mr. A. Wolkers
Ploum advocaten
NLF-nummer
NLF 2023/1376
Aflevering
22 juni 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5830

Naar de bovenkant van de pagina