Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Aan bankinstelling X (nv; belanghebbende) is op 28 december 2018 een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2013 opgelegd naar een verschuldigde belasting van Naf 913.825. De naheffingsaanslag is in de beroepsfase gehandhaafd.

X heeft hoger beroep ingesteld maar stelt zich op het standpunt dat zij geen belang meer heeft bij een rechterlijke uitspraak over de onderhavige naheffingsaanslag nu het niet meer mogelijk is deze naheffingsaanslag in te vorderen. Zij wijst ter onderbouwing op aangepast beleid en de omstandigheid dat conform dit beleid, naar niet in geschil is, de Ontvanger de naheffingsaanslag heeft afgeboekt op nihil.

Het GHvJ geeft X gelijk.

De minister van Financiën van Curaçao heeft besloten tot opschoning van het bestand van de Ontvanger en heeft begin 2023 aangepast beleid bekendgemaakt. Deze aanpassing komt er (aanvankelijk) op neer dat aanslagen die betrekking hebben op de belastingjaren 2017 en ouder niet meer actief worden ingevorderd.

Het GHvJ oordeelt dat de niet voor meerdere uitleg vatbare, zonder voorbehoud gedane uitlatingen van de minister van Financiën, herhaald in meerdere Facebook- en krantenberichten, in de gegeven omstandigheden ertoe leiden dat X uit die handelwijze redelijkerwijs kon en mocht afleiden dat de Ontvanger de onderhavige aanslag niet meer kan en zal invorderen. Daarbij noemt het GHvJ de omstandigheid dat de onderhavige naheffingsaanslag al op 30 januari 2023 is afgeboekt en vervolgens niet meer voorkomt op de door de Ontvanger opgemaakte en verstrekte debiteurenlijst. Daaraan doet niet af dat door het ministerie van Financiën in een later stadium (in een persbericht van 3 april 2023) drie uitzonderingen op het tot dat moment ongeclausuleerde invorderingsbeleid (voor aanslagen van 2017 en eerder) worden geformuleerd. Aan dit vanaf 3 april 2023 geldende beleid komt geen terugwerkende kracht toe.

Het GHvJ komt tot de slotsom dat X geen belang meer heeft bij een rechterlijke uitspraak over de onderhavige naheffingsaanslag omdat het niet meer mogelijk is dat de naheffingsaanslag wordt ingevorderd en verklaart het hoger beroep daarom niet-ontvankelijk.

Metadata

Rubriek(en)
Heffingen Caribisch Koninkrijk
Belastingtijdvak
2013
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Datum instantie
10 augustus 2023
Rolnummer
CUR2022H00249
ECLI
ECLI:NL:OGHACMB:2023:147
Auteur(s)
mr. J.G. Lopez Ramirez
Deloitte Dutch Caribbean
NLF-nummer
NLF 2023/1934
Aflevering
31 augustus 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5958

Naar de bovenkant van de pagina