Direct naar content gaan

Samenvatting

Eerder hebben Hof Den Haag (21 juli 2020, 19/00568 t/m 19/00572, ECLI:NL:GHDHA:2020:1330, NLF 2020/1783), de CRvB en de Hoge Raad geoordeeld dat Rijnvarende X (belanghebbende) verzekerd en premieplichtig is in Nederland.

De SVB heeft bij brief van 15 maart 2022 aan X meegedeeld dat het Luxemburgs verbindingsorgaan op 2 maart 2022 heeft laten weten dat zij akkoord is met de overeenkomst, waarbij alleen de Luxemburgse wetgeving geldt voor X over de periode van 1 januari 2010 tot en met 30 november 2011.

De SVB heeft de Belastingdienst op de hoogte gesteld van deze wijziging in de situatie van X.

X heeft daarop verzocht om herziening van de uitspraak van het Hof van 21 juli 2020 inzake de premieheffing.

Aan de voorwaarde van artikel 8:119, lid 1, onderdeel a, Awb dat het bij een herziening moet gaan om feiten en omstandigheden die voor de uitspraak van het Hof hebben plaatsgevonden is – naar de letterlijke tekst bezien – niet voldaan.

Het Hof ziet in casu echter aanleiding de herzieningsregeling van artikel 8:119 Awb overeenkomstig toe te passen. Van belang hierbij is dat een verzoeker voordat de SVB een overlegprocedure met een lidstaat voor regularisatie kan starten eerst de rechtsgang betreffende de sociale verzekeringsplicht en de premieheffing volksverzekeringen in Nederland moet hebben doorlopen. Voorts is een beroep op ambtshalve herziening in casu niet mogelijk vanwege het verlopen van de vijfjaarstermijn.

Het Hof herziet zijn uitspraak, doch uitsluitend voor zover betrekking hebbend op de verzekerings- en premieplicht voor de volksverzekeringen van X in Nederland over de periode 1 januari 2010 tot en met 30 november 2011. Het Hof vermindert de aanslag IB/PVV 2010 met de geheven premie volksverzekeringen en de aanslag IB/PVV 2011 met de geheven premie volksverzekeringen over de periode 1 januari 2011 tot en met 30 november 2011.

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1 januari 2010 t/m 30 november 2011
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
2 mei 2023
Rolnummer
22/00518; 22/00519
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2023:803
NLF-nummer
NLF 2023/1292
Aflevering
8 juni 2023
bwbr0005537&artikel=8:119,bwbr0005537&artikel=8:119&lid=1,bwbr0005537&artikel=8:119

Naar de bovenkant van de pagina