Direct naar content gaan

Samenvatting

X (Limited; belanghebbende) is in 2012 opgericht naar buitenlands recht en is gevestigd op a-land. De twee aandeelhouders bedrijf 1 en bedrijf 2 (ieder 50%) zijn gevestigd op b-land. De aandeelhouders van bedrijf 1 en bedrijf 2 zijn gelijkgerechtigde aandeelhouders in meerdere ondernemingen. De groep is actief in zeer diverse branches (constructie, transport, bankieren en retail). Tot de groep behoort bedrijfsnaam 3, gevestigd buiten de EU. Zij is opgericht in het jaar 2000. De groep rapporteerde eind 2010 een jaaromzet van omgerekend ruim € 27 miljoen.

X heeft op 28 maart 2013 dochtervennootschap Z (bv) opgericht. In de jaren 2013 tot en met 2017 heeft Z dividenden uitgekeerd aan X. De Inspecteur heeft de dividenden met navorderingsaanslagen in de heffing betrokken. Bron van de dividendgeldstroom is bedrijfsnaam 3.

In geschil is of de van Z (bv) ontvangen dividenden belast zijn op grond van artikel 17, lid 3, aanhef en onderdeel b, Wet VpB 1969.

Rechtbank Den Haag acht de betreffende antimisbruikbepaling niet van toepassing.

Er is geen sprake van het tussenschuiven van een lichaam met de bedoeling om Nederlandse dividend- of inkomstenbelasting te ontgaan en daarnaast zijn er ook andere (zakelijke) redenen om Nederland onderdeel te laten uitmaken van de groepsstructuur. De Rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking dat vóórdat Nederland in de groepsstructuur werd ingeschoven er in het geheel geen Nederlandse belastingclaim op eventuele dividenden vanuit het derdeland (bedrijfsnaam 3) aan de vestigingen op a-land dan wel uiteindelijk b-land rustte.

Er is dus geen sprake van een volstrekt kunstmatige constructie die geen verband houdt met de economische realiteit en is bedoeld om de heffing van Nederlandse inkomsten- of dividendbelasting te ontgaan. De Inspecteur heeft de dividendenuitkeringen ten onrechte in de Nederlandse belastingheffing betrokken. De navorderingsaanslagen worden vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2013-2017
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
23 november 2023
Rolnummer
21/3143; 21/3144; 21/3146; 21/3147; 21/3148
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2023:18522
Auteur(s)
M. el Manouzi LLM, MSc
Dentons Europe LLP / Universiteit van Amsterdam
NLF-nummer
NLF 2024/0315
Aflevering
6 februari 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6227
bwbr0002515&artikel=4&lid=3,bwbr0002672&artikel=17&lid=3,bwbr0002672&artikel=17&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina