Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 8 september 2023 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de zaak met nummer 20/04304 (ECLI:NL:HR:2023:1124, NLF 2023/2083, met noot van Gelderblom). Nadien is gebleken dat X1 (bv; belanghebbende) op 25 augustus 2023 schriftelijk heeft verzocht om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn in de cassatieprocedure en dat is verzuimd om dit verzoek meteen in behandeling te nemen. Bij wijze van aanvulling van het arrest van 8 september 2023 beslist de Hoge Raad – met overeenkomstige toepassing van artikel 8:73, lid 2, Awb – op dit verzoek.

Op 8 september 2023 heeft de Hoge Raad ook arrest gewezen in de zaak met nummer 20/04306 (ECLI:NL:HR:2023:1160, NLF 2023/2124). In die zaak waren dezelfde rechtsvragen aan de orde als in de onderhavige zaak en daarom heeft de Hoge Raad de twee zaken gezamenlijk behandeld. In beide zaken gaat het om rechtsvragen met betrekking tot de toepasbaarheid van het verlaagde omzetbelastingtarief.

Gelet op de samenhang van beide zaken ziet de Hoge Raad een zodanig matigende invloed op de spanning, het ongemak en de onzekerheid die worden ondervonden door de lange duur van de cassatieprocedure, dat aanleiding bestaat om voor X de vergoeding van immateriële schade, die in beginsel € 1.000 bedraagt (€ 500 per halfjaar), te matigen tot de helft daarvan, dat wil zeggen € 500.

Zie ook de samenhangende zaak (NLF 2023/2370).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2023
Instantie
HR
Datum instantie
5 oktober 2023
Rolnummer
20/04304
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1368
Auteur(s)
mr. drs. M.T.M. Hennevelt
Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2023/2347
Aflevering
19 oktober 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB6034
bwbr0005537&artikel=8:73,bwbr0005537&artikel=8:88&lid=1,bwbr0005537&artikel=8:73

Naar de bovenkant van de pagina