Direct naar content gaan

Samenvatting

Uitspraak na tweede verwijzing door Hoge Raad (2 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:979, NLF 2017/1339, met noot van Gruson).

Fiscale eenheid X (belanghebbende) handelt in en repareert personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s. Zij heeft volgens 512 facturen van één autobedrijf (hierna: D) 512 auto’s geleverd gekregen. X heeft de op de facturen vermelde omzetbelasting volledig verrekend.

De Inspecteur is aan de hand van een FIOD-onderzoek overgegaan tot naheffing van de verrekende omzetbelasting. Volgens de Inspecteur zijn de auto’s niet aan X geleverd maar zijn de auto’s door een ander bedrijf ingekocht van D en verkocht aan afnemers van dat bedrijf.

Na een eerste verwijzingsprocedure heeft Hof Amsterdam geoordeeld dat aan de facturen een kunstmatige constructie ten grondslag ligt die niet beantwoordt aan de economische realiteit. Het Hof heeft ook geoordeeld dat aan de facturen niet daadwerkelijk overeenkomsten tot koop en verkoop ten grondslag hebben gelegen. De Hoge Raad heeft het tegen dit oordeel ingestelde cassatieberoep gegrond verklaard omdat Hof Amsterdam onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn gedachtegang die heeft geleid tot het oordeel dat X geen recht heeft op aftrek van de op de facturen vermelde omzetbelasting. De zaak was verwezen naar Hof Den Bosch.

Verwijzingshof Den Bosch oordeelt dat D jegens X geen overdrachtshandeling heeft verricht die X in staat stelde (op enig moment) als eigenaar over de auto’s te beschikken. Er heeft dus geen levering van de auto’s vermeld op de 512 facturen aan X plaatsgevonden, waardoor X de op die facturen vermelde omzetbelasting ten onrechte als voorbelasting in aftrek heeft gebracht.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2009-2010
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
18 januari 2019
Rolnummer
17/00398
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2019:160
NLF-nummer
NLF 2019/0803
Aflevering
4 april 2019
bwbr0002629&artikel=15,bwbr0002629&artikel=15

Naar de bovenkant van de pagina